De tweede helft van de Hasseltse zomer lijkt al jarenlang in beslag genomen door het Pukkelpopfestival. Je kan er vanaf einde juli compleet niet meer omheen: verkeerssituaties die veranderen, media die aan het einde van de komkommertijd gretig happen naar vers Pukkelpopnieuws. Maar dan is er medio augustus dat enorme festival zelf.
Zo enorm intussen dat het nauwelijks nog te verslaan is zonder een leger fotografen en journalisten. Die van ‘ons’ werken dan ook nog ofwel voor het festival zelf, of voor diverse andere media (freelancing is a bitch) zodat het kleine legertje dat we ter beschikking hebben voor de festivalstart al flink uitgedund is.
Onze covering van #pkp16 mag dan ook een beetje anders dan de traditionele manier, vonden we. Met een betraande zakdoek zwaaiden we ‘onze’ boys en girls uit en zaten zo plots om personeel verlegen. Zelf dan maar verslaan was al een noodzaak maar ook daarmee leken we het niet te gaan redden. Meer dan 250 acts en een gigantisch randgebeuren ontlokte het nodige gezucht en liet ons besluiten externe versterking te zoeken. Alleen, wie ga je daarvoor vinden? Stagiairs zitten zelf immers te festivallen, net zoals iedereen die we ook maar een beetje van ver kennen. Uiteindelijk komt de beste inspiratie vaak los tijdens een met biertjes doorspekte informele brainstorm op een Hasselts terras. Wat als we nu een festivalganger, die daar toch al zit, inschakelen en het hele festival met hem/haar samen bekijken en op die manier een alternatieve reportage draaien?
Dat idee bleef lang hangen en het werd uiteindelijk kwestie van er eentje te vinden die niet laveloos zichzelf door de festivaldagen heendrinkt en die ook nog eens de dingen kan uitleggen, en liefst nog een beetje onderlegd ook. In onze hoofden werd een rigoureus selectieproces in gang gezet uit een projectie van mentale pictures van vrienden en kennissen. Uiteindelijk sprong er toch eentje die zijn eigen festivalbeleving best zou kunnen duiden, echt uit: een Hasselaar die het festival bovendien als zijn broekzak kent. Dames en heren, onze ad interim redacteur: Bregt Vandereycken.
Voilà: dag 1 kan beginnen.
Dat is sinds vorig jaar op een woensdag. Het tradtionele boilerfeestje is sinds de 30ste verjaardag immers uitgebreid met een aantal bands die in de Castello spelen. Magnus mag afsluiten, maar daarvoor zitten een aantal fijne Belgen, waaronder Faces on tv. Die maken meteen al indruk en dan is de auto nog maar net geparkeerd.
Nadien speelt Ilse Liebens een fijn dj-setje en zet ook Admiral Freebee een klasseset neer. Pukkelpop 2016 heeft de deuren open en zit meteen ook al eivol. Het immense festivalterrein is slechts voor een gedeelte open op woensdag, en dat resulteert in een wriemelende massa, maar ongezellig wordt het daardoor net nooit. Net, want het zat precies tegen de limiet van het comfortabele aan.
Comfort is een niet onbelangrijke factor als je vier dagen na elkaar wil festivallen. Als je zestien bent, maakt dat nog niet zo heel veel uit , maar ieder jaar naar boven eist steeds meer goodwill voor lede- en andere maten. Zo hebben we zelf vrienden/collega journalisten uit Nederland te gast (zoals ieder jaar tijdens het festival). Ook onze vers aangeworven weide-correspondent Bregt krijgt ieder jaar vrienden over de vloer. “Ik heb thuis een mini camping met een vijftiental personen. Die zijn vanaf vier uur vanmiddag aangekomen, hebben hun tentje opgezet, pintje gedronken en een frietje gegeten. Daarna zijn we met zijn allen naar hier gekomen”, lacht hij breed als we voor het eerst afspreken. Dat doet hij al een jaar of zeven. Zelf komt hij al naar Pukkelpop sinds 1996 “of zo”. Dus net zoals wij eentje uit de vorige eeuw en zo lopen er hier nog een heel behoorlijk aantal rond tussen de jonkies.
Maar meteen mogen we vaststellen dat die mix best aangenaam is. Muziekgenres en leeftijden gooien ze bij Pukkelpop allemaal in een grote mixer, en dat geeft ieder jaar een bijzonder leuk resultaat. Je krijgt de meest weirde gesprekken. Je ziet de generatiekloof wel, maar die stoort uiteindelijk niemand tijdens de vierdaagse. Als je ouwe punks, generation x’ers en millennials gaat samenzetten op een grasweide vol podia onstaat er magic. We leren plots allemaal wel weer wat van elkaar en de tolerantie smaakt naar meer. Muzikaal gaan grenzen die jaren geleden potdicht zaten steeds makkelijker open, en dat maakt dit festival nu zo verschrikkelijk aantrekkelijk.
Als we Bregt vragen of zijn muzikale smaak de afgelopen twee decennia mee veranderde, knikt hij. “Ja, in de zin van: vroeger was het een alternatiever festival, en ook de muzieksmaak van de toenmalige festivalganger lag redelijk vast. Je was ofwel rockgericht, of je was voor techno. Nu is het veel breder, en fijner ook. Ik probeer het voor mezelf altijd wel wat alternatief te houden, maar uiteraard groei je mee, dat gaat vanzelf. Ik stel op voorhand mijn affiche samen met de dingen die ik wil zien. De gaten vul ik dan op met dingen die ik nog niet ken en wil ontdekken. Ik ben wel iemand die nooit de dingen die ik echt wil zien, zal inruilen voor het nog onbekende snoepgoed op de affiche. Daar dienen dus die gaten voor.” (lacht)
BR: Stel dat je er maar ééntje mag uitkiezen. Welke band wil je dan absoluut niet missen deze editie?
(resoluut) “LCD Soundsystem. Ik heb hen onder andere hier al gezien, en wil hen absoluut terugzien, zeker nu ze eigenlijk terug bij elkaar zijn. Ik kijk er echt naar uit.”
BR: En Riri ? Ga je toch een al dan niet stiekeme blik werpen?
“Weet je (lacht), als ik onderweg naar iets anders toevallig op dat moment aan de Mainstage passeer, ja, dan kan het zelfs zijn dat ik even blijf hangen, mocht dat echt goed zijn. Maar ik vrees ervoor, eerlijk gezegd.”
BR: Maar vind je het dan wel weer passen op Pukkelpop?
“Ja, dat denk ik wel. Terwijl ik net naar hier wandelde, passeerde ik de Boiler. Daar draaiden ze een nummer van haar en het bewoog er wel moet ik zeggen. We gaan ook niet de ouwe zak uithangen en zeggen: ‘Da mag hier niet’, want een heel stuk van de jeugd wil dat wel, en dan moet dat hier zeker kunnen, ja. En als je daar dan geen zin in hebt, er zijn nog 9 andere podia, keuze genoeg.”
BR: Ok, twee acts die je donderdag gaat bekijken? Dan vragen we je vrijdag wat je ervan vond.
Bregt krabt zich achter de oren. “Oh shit. (lacht) Een moeilijke. Last Shadow Puppets en Die Antwoord schieten mij meteen te binnen, maar ik heb mijn programma niet bij de hand. Er zijn zeker nog wel andere bands, maar twee vroeg je toch?” (lacht opnieuw)
We sturen hem de nacht in, die best lang zou worden. Dat blijkt althans tijdens ons gesprek zo’n 15 uur later, wanneer we beiden gewapend met een blikje waarvan mannen schijnen te weten waarom, klinken op een verse festivaldag.
Dat blikje valt te prefereren boven de festivalpils van een ander merk en niet enkel omwille van de smaak. Ook de prijs is een factor: 3 euro voor een drankbonnetje is veel, al begrijpen we dan weer wel waarom dat zo duur is. Maar dat is een ander debat, straks drinken we die festivalpils toch weer als we terug op de weide staan. Maar zover zijn we nog niet.
Collega Dirk is intussen al een paar uur bands aan het bekijken op diverse podia. Hij stuurt de ene na de andere tekst met enthousiaste minireviews van ontdekkingen. Beach Slang krijgt bijvoorbeeld het label ‘The Replacements 2.0’ mee, een gitaarband die je vroeger al in de donkere hoeken van de platenwinkel moest zoeken. Of The Vryll Society, die moeiteloos tussen Kasabian, Happy Mondays, Tame Impala en Stone Roses mogen liggen. Aangezien ik mezelf niet in tweeën kan splijten, vloek ik eens hard en hijs ik met Bregt een biertje aan een tentje aan de kerk van Kiewit. Volgend jaar zullen we deze bands hier (hopelijk) wel terugzien.
“De planning is al enigzins aangepast”, stelt Bregt lachend. “We beginnen straks met Dj Craze in de Boiler om kwart na vier. Het werd toch weer laat vannacht, maar dat maakt ook niet uit. Het was gezellig. Weet je wat ik trouwens nog heel goed vond gisteravond? Die nieuwe Booth, kwalitatieve house en techno die perfect was als aanvulling op de kermis en carnavalmuziek die vanuit de Boiler naar buiten gutste (lacht). Heel fijn, goed gedaan. Zo meteen gaan we eraan beginnen, de rest van de campinggasten thuis is ook al onderweg. Maar ik heb gezien dat het erg druk is aan de inkom, ik zal dus een beetje moeten timen of ik op tijd bij Dj Craze ga geraken. Daarna is het gitaren aan de mainstage en techno om weer af te sluiten, met hier en daar een zijsprongetje.”
Hij moet dus nog The Last Shadow Puppets gaan bekijken, onze afspraak valt immers iets vroeger dan oorspronkelijk gepland. Maar ook dit is Pukkelpop: lijstjes die initiëel sluitend lijken, maar slechts zelden aangehouden kunnen worden. Je komt immers zoveel mensen tegen, je passeert zoveel andere dingen, en ja, je wordt ook een dagje ouder waardoor je de afspraken die je met jezelf maakte om dat bandje om twintig over elf in de ochtend te gaan bekijken wel eens wil breken.
Bij ons is het ook zo, al dienen we mijn collega credit te geven dat die dat wel doet, hier zo vroeg zijn. Maar dat had je al kunnen opmaken uit zijn stukjes intussen. Lola Marsh is er nog eentje die extra sterretjes meekrijgt. Het valt me op dat heel wat echte ontdekkingen in de Lift gedaan worden. Het lijkt wel alsof dat kleine tentje aan de rechterzijde een poortje naar de muzikale toekomst van Pukkelpop verbergt. Alle genres komen hier aan bod en dat maakt het best wel boeiend. Zeer interessante aanvulling van het toch al rijk gevulde aanbod. Misschien moet ik toch maar eens proberen om hier naartoe te wandelen.
Ik blijf intussen best lang verder zwetsen met Bregt. Zo laten we hem zichzelf wat situeren als persoon. Bregt is interieur architect, maar zijn grote passie daarbuiten is toch echt wel muziek. Zo was hij zelf lang dj en organiseert hij elk jaar een platenbeurs in Kermt (die in november weer plaatsvindt, maar daar komen we apart nog op terug.)
Hij heeft ook een liefde voor vinyl, een verslaving zelfs, vertelt hij. “Ik ben dj en platen beginnen kopen vanaf mijn zestiende ongeveer. Maar ik ben niet zo iemand die wekelijks 6 nieuwe schijven moet en zal hebben, weet je. Ik heb een collectie van een kleine 2000 stuks en in het wereldje is dat best nog vrij schappelijk. Er zijn er met véél meer elpees.”
Het antwoord op onze vraag naar de beste festivalfood is er eentje om te onthouden: “Kipburgers! (lacht) Licht genoeg voor de maag, en toch vettig genoeg om een ‘fond’ te leggen die je zeker hier op Pukkelpop wel nodig hebt.”
Die wetenschap indachtig eten we later in de Food Wood (wat een heerlijk stukje bos is dat) Surinaamse Barat, met uiteraard kip. Inderdaad licht op de maag, ook al omdat die in een gestoomd sponzig broodje gewrongen zit en eerst een bad mocht nemen in een heerlijke currymarinade. Aanrader, al is de keuzestress in de Food Wood al net zo groot als de muzikale affiche.
Speciale biertjes hebben ze hier ook, al een flink aantal jaren zelfs. In dit drukbezochte stukje van de festivalweide wil Bregt wel eens neerstrijken. “Acts die we niet zo voor de hand vinden, evalueren we wel eens van daaruit met een speciaal biertje in de hand. Zo hebben we Eminem, Snoop Dogg en Limp Bizkit daar al onder de loep gehouden, en gewikt en gewogen. Vaak vielen die daar toch behoorlijk door de mand.” (lacht)
Intussen loopt de weide tjokvol met, zo stellen we vast, heel veel Rihanna volk. Ze zal straks flink te laat beginnen en aardig wat mensen een illusie armer maken door een zeer flauwe en slappe show te brengen. Maar daarover meer in onze volgende bijdrage. Waar we het meteen ook hebben over The Last Shadow Prophets, Neurosis, Anne-Marie en het verdere parcours van Bregt. (as)
Foto’s: MarkeTentster, Bregt Vandereycken