De tweede Suikerrockdag stond voor de eerste helft in het teken van ‘girl power’. Als we een winnares moeten aanduiden, dan gaat de gouden medaille uiteindelijk toch naar Alice On The Roof. Later op de avond namen enkele bonte gezelschappen van divers pluimage, maar allen met de status van topper, de fakkel van het aanstormende talent over. De namiddag nam een fijne start met Noémie Wolfs, helemaal ontdaan van Hooverphonic erfenis. Dat werd tenminste als promesse gegeven.
Die klopte ook, want Noémi opende sterk en na nauwelijks 4 nummers piekte ze al een eerste keer zwaar met het heerlijke ‘Maybe’. Dat is helemaal geen evident nummer wegens tekstueel breekbaar en vocaal met momenten moeilijk. Ze legde hier technisch de lat hoog, maar liet meteen ook merken dat haar stem heel wat meer aankan dan de beperkingen die ze bij Hooverphonic diende in te bouwen. Ze mag freewheelen met haar eigen project en dat doet ze best aardig. Vier songs had ze ons bij het nekvel. Vanaf het vijfde nummer begon het helaas op te vallen dat de band die ze bijheeft een beetje te licht is voor wat ze zelf lijkt te willen.
Het leek er sterk op dat ze dan vocaal ging overcompenseren en dat was een maatje te ver. De spankracht van dat echt wel bijzonder fijne openingskwartier ebde behoorlijk snel weg maar kwam tegen seteinde wel een beetje terug.
Het blijft echter een feit dat je guts hebt als je een succesproject naast je kan neerleggen om je eigen ding te gaan doen. Al is het wat lullig om bij een naam als Noémie Wolfs te moeten stellen dat het ‘veelbelovend’ is wat we zagen. Noémi Wolfs solo is meer, zoveel is duidelijk. Vandaag zagen we echter nog niet alles.
Dancing Queen
Na de commerciëlere beats van Billie kwam de broosheid uit Bergen. Alice On The Roof heeft een spectaculaire klim achter de rug, zo bevestigde zangeres Alice Dutoit zichtbaar blij tussen twee nummers: “Nog maar twee jaar geleden begonnen we muziek te maken, en nu staan we hier op Suikerrock. Ongelooflijk!”
De band heeft dat succes helemaal zelf gecreëerd. De fantastische indruk die ze vorige zomer op diverse andere festivals, waaronder Pukkelpop, nalieten, zorgde voor stevige interesse uit heel België. Voor een Waalse band is dat niet niks, want zo heel veel bands uit het zuiden van het land halen het label ‘populair’ niet in Vlaanderen. Tienen, dat nu eenmaal dicht bij de taalgrens ligt, fungeert dus letterlijk als een brug tussen de twee muziekwerelden. Alice en haar maten bedankten de Grote Markt met plezier en met een heel straf optreden.
‘Like a dying rose’ en ‘Monopoly loser’ legden meteen de lat op het niveau van een gevestigde subtopper. De Oscar & The Wolf cover ‘Princes’ zat al heel vroeg in de set, maar de ogen gingen pas écht open bij ‘On the roof’ als voorbode voor een dansbaar ‘Easy Come Easy Go’. De gelaatsuitdrukking en de stem van de zangeres slingeren tijdens elk optreden constant als een pendule heen en weer tussen immense tristesse de vie en blijdschap om mooie momenten.
De ongemeen strakke ondersteuning van een stel getalenteerde multi-instrumentalisten en, niet te vergeten, van een heel straffe geluidsman bewijzen voortdurend hoe een band als een geheel functioneert. Op geen enkel moment zakte de set in elkaar. Verrassend volgde ook nog een tweede cover, ‘Dancing Queen’ van Abba in een heel eigenzinnige uitvoering. In gedachten stonden we op een kruispunt tussen Moloko en Björk, waarbij Alice on The Roof nadenkt over herinrichting.
Met een daverend drumduet tussen zangeres en drummer kwam de set met ondermeer ‘Mystery Light’ en ‘Lucky you’ tot een abrupt einde. Het publiek had pas door dat het gedaan was toen de band met een theaterachtige groepsbuiging afscheid nam.
Alice On The Roof stond heel gepast midden in de affiche: zeer verdiend na twee jaar hard werken en tegelijk indrukwekkend als een toekomstige topper.
Tourist LeMC en Balthazar
Iemand voor wie het ook allemaal zo snel ging sinds een dik jaar, is de Antwerpse stadstroubadour Tourist LeMC. Ondanks het lichtjes rommelige begin van de set zat vanaf het vierde, vijfde nummer de sfeer heel goed erin. De mannen weten intussen hoe ze een groter publiek moeten inpakken en dat was in Tienen niet anders.
Balthazar heeft intussen een live-reputatie opgebouwd die staat als een huis. Gisteravond begonnen ze weliswaar in dieselmodus met ‘Nightclub’, alhoewel dat toch een beetje symbolisch bleek: in een discotheek is het ook niet vollen bak vanaf het moment dat de deuren openzwaaien. Vanaf ‘Wait any longer’ en vooral ‘Bunker’ kon je zonder meer de woorden ‘hoogtepunt’ en consoorten in de mond beginnen nemen, als een soort ijkpunt midden in de set.
Balthazar had er duidelijk zin in en zo groeide het optreden gaandeweg tot een groots niveau. De meerstemmige zangpartijen klonken indrukwekkend, het tempo van de songs bleef perfect onder controle maar bood elke muzikant toch zijn eigen speelhoek. Het Tiense publiek was absoluut mee, en wie vaker op Suikerrock was de afgelopen 30 jaar, weet dat dit geen evidentie is. De appreciatie voor ’15 floors’ was daar een heel mooi voorbeeld van.
Achteraf bekeken bleek Balthazar op zaterdagavond de ideale opwarmer voor dEus: zelf een heel sterk optreden brengen en toch voldoende goesting en energie achterlaten voor de volgende. Dit was letterlijk een heel waardige headliner voor een jarig festival.
Meester Tom
Aan dEUS tenslotte gaan we weinig woorden vuil maken: zelden gezien! Als enig optreden in België dit jaar (buiten het Jazzfestival in Gent) was dit er eentje dat de geschiedenisboeken ingaat. Punt. ‘Constant now’ en ‘The Architect’ kwamen al aan het begin van de set, omgeven door divers lekkers uit hun uitgebreide oeuvre. Voelde Tom Barman zich uitgehongerd door gebrek aan dEUS optredens? We vermoedden al zoiets toen enkele uren voor het optreden in de coulissen het nieuws rondging dat hun optreden een kwartier langer zou duren dan gepland.
Honger en een heel goed humeur zetten vanaf de eerste noten de toon, niet alleen bij Tom Barman. Toch konden we ons niet van de indruk ontdoen dat dit een nogal ‘spontaan’ optreden was met slechts enkele repetities vooraf. Corrigeer ons gerust als we fout zitten. Maar net die rauwheid in de nummers stuwde het optreden naar de hoogte die we zelden eerder vaststelden en maakte dat dEUS in onze ogen boven zichzelf uitsteeg. Mauro toonde opnieuw welke invloedrijke en meerwaarde-plek hij in de band geclaimd heeft. En ‘Instant Street’, ook een vroege vogel op de setlist, kreeg bijvoorbeeld een verborgen achtste versnelling mee op het einde. Dat het concert verder een soort van ‘dit is dEUS’-overzicht (om het eens niet ‘greatest hits’ te noemen) zou worden, stond toen al in de sterren geschreven.
Die ene vraag met de woorden “zouden ze” en “nieuw album” tijdens de terugrit in de auto klonk na het zien van zulke honger zelfs niet eens raar. (ds)
Foto’: MarkeTentster