Dit weekend gaat het Yokoso Festival van start om het 25-jarige bestaan van de Japanse Tuin te vieren. Tot eind oktober worden allerlei festiviteiten georganiseerd. Zo kan je vanaf 4 maart de tentoonstelling ‘Across Japan’ bezoeken in Modemuseum Hasselt.
Het onderwerp is de kruisbestuiving tussen Japan en het westen. Het levert dikwijls een vreemd, desalniettemin interessant en fascinerend resultaat op. “Deze expo toont niet de traditionele Japanse kleding maar wel de interactie die ontstaan is door wederzijdse beïnvloeding, ook al horen de ontwerpers dat zelf niet graag”, vertelt conservator en tevens curator van deze expo Karolien De Clippel. “De focus ligt voornamelijk op de laatste 35 jaar, vanaf de revolutie die in de jaren ’80 ontstaan is door de Japanse ontwerpers Yohji Yamamoto en Rei Kawakubo, maar we hebben ook aandacht voor de historische context.”
Als je de tentoonstelling betreedt, zie je vijf totaal verschillende kledingstukken. Hiermee worden de diverse thema’s geïllustreerd: japonisme, wabi-sabi, kawaii, gi-jutsu en ma. “Ook al dragen heel wat stukken kenmerken van meerdere categorieën”, zegt Karolien De Clippel.
Het japonisme toont de invloed van de Japanse mode en esthetiek op de westerse mode doorheen de eeuwen. “In 1850, na twee eeuwen van isolatie, wordt Japan terug opengesteld voor export naar het westen”, legt de curator uit. “We beginnen met een kledingstuk dat perfect het idee van deze expo illustreert: een westers kledingstuk in Japanse stijl. De grote doorbraak komt er door de wereldtentoonstellingen van 1862 in Londen en 1867 in Parijs. Kimono’s en hebbedingen zoals parasols, waaiers en make-up tasjes werden een ware hype. Ontwerpster Madeleine Vionnet inspireerde zich in de jaren ’30 door kimono’s. Modehuis Balenciaga werd op zijn beurt door haar geïnspireerd en creëerde loszittende en architecturale kleding, dat in schril contrast stond met concurrent Christian Dior. Vanaf de jaren ’70 maakte Kenzo zijn intrede, dat stond bekend om het gebruik van warme kleuren en bepaalde streepjesmotieven. Dit merk werd snel populair door haar integratie in de westerse cultuur. In tegenstelling tot Hanae Mori, die meer vasthield aan haar Japanse roots.”
“Een anekdote uit de 16e eeuw verklaart ‘wabi-sabi’”, vertelt de conservator. “Een jongeman wilde de traditionele theeceremonie leren. De meester vroeg hem om eerst de tuin te onderhouden. De jongen harkte de tuin totdat die er perfect bij lag. Daarna schudde hij aan de kerselaar zodat er een paar bloemetjes op goed geluk op de grond belandden. ‘Nu is de tuin perfect’, zei de jongen tegen de meester. Daarop werd hij toegelaten tot de school.”
In de jaren ’80 maakten Japanse ontwerpers Yohji Yamamoto en Rei Kawakubo furore met hun controversiële esthetiek van ‘wabi-sabi’. Deze visie op schoonheid gaat uit van het imperfecte, onafgewerkte en vergankelijke, wat haaks staat op het westerse schoonheidsideaal. Of zoals Yamamoto in een eerder en zeldzaam interview aan Filep Motwary vertelde “I have always been provocative and anti-mode. I prefer being out of fashion, away from trends.”
“Eind jaren ’90 probeerde Comme Des Garçons het traditionele vrouwenbeeld omver te gooien”, gaat Karolien De Clipper verder. “Zij speelden met lichamelijkheid om zo een sterke, onafhankelijke vrouw te creëren. Je ziet ook de sterke beïnvloeding bij (de Belgische modeontwerpers) Margiela en Ann Demeulemeester. Ze gebruiken bijvoorbeeld deconstructivisme in hun designs, zoals recyclage van bepaalde kledingstukken of de naden aan de buitenkant bevestigen.”
Een van de meer bekende thema’s is ‘kawaii’, wat ‘schattig’ betekent. “Je herkent deze stijl terug in de lolita’s, manga en anime”, legt de curator uit. “We tonen hier geen streetwear, maar wel de impact op high end en westerse fashion. Een van de mooiste voorbeelden daarvan is de Duitser Bernhard Wilhelm die vooral populair is in Japan. Ook Niels Peeraer, een jonge, Belgische designer, associeert zichzelf met de ‘kawaii’-stijl. Zijn motto is niet voor niks ‘There is no limit to cuteness’”.
“De Japanse mode kent heel wat criticasters, maar niemand kan hun sterke techniciteit ontkennen”, verklaart Karolien De Clippel. Het thema ‘gi-jutsu’ draait dan ook om het unieke materiaalgebruik en de uitzonderlijke verftechnieken. “De plooitechniek is bijvoorbeeld naar het idee van origami”, gaat de curator verder. “Hier staan een paar topstukken van Watanabe en Iris van Herpen, een van de eersten die gebruik maakte van 3D-printing. Je vindt hier ook stukken terug van de Belgische ontwerper Dries Van Noten, die bijvoorbeeld de print van een kimono gebruikte.”
‘Ma’ benoemt de ruimte tussen het kledingstuk en het lichaam. “De bedoeling is om het lichaam te verhullen”, legt Karolien De Clippel uit. “Voorbeelden hiervan zijn Issey Miyake, Yamamoto en Comme Des Garçons. Ze spelen met de kimono. Of neem de donzige elementen die je ook terugziet bij Raf Simons, Alexander McQueen en Maison Margiela. Die laatste jurk is tevens het uithangbord van deze expo.
In tegenstelling tot het westen, is de rug een van de meest prikkelende lichaamsdelen in de Japanse cultuur. Daarom wordt dit deel extra in de verf gezet. Dat zie je bijvoorbeeld bij Givenchy.
Eindigen doen we met de ideale kruisbestuiving: de zentuin van het Nederlands ontwerpersduo Viktor & Rolf, waarmee ze hun coutureshow in 2013 afsloten.” (KR)
Deelnemende ontwerpers en huizen zijn o.a. Balenciaga, Thom Browne, Comme des Garçons, Delpozo, Ann Demeulemeester, Rudi Gernreich, Givenchy, Iris van Herpen, Yoshiki Hishinuma, Maison Margiela, Niels Peeraer, Alexander McQueen, Issey Miyake, Hanae Mori, Dries Van Noten, Paul Poiret, Raf Simons, Kenzo Takada, Undercover, Viktor & Rolf, Junya Watanabe, Vivienne Westwood, Bernhard Wilhelm, Kansai Yamamoto, Yohji Yamamoto.
Praktisch
Tentoonstelling ‘Across Japan’ vanaf 4 maart 2017 tot 3 september 2017
http://www.modemuseumhasselt.be/
Conservator: Karolien De Clippel
Garment and visual research: Filep Motwary
Meer info over het Yokoso Festival vind je hier.