Daan betrad het podium met een sigaret in zijn mond. Een verslaving waar hij, zo bleek later, geen heel optreden zonder kan. Hij begon met ‘Mirror’. Maar het geluid was niet overal even goed afgesteld. De muziek overstemde de zang. Spijtig, want de man heeft toch wel een wreed woeste, diepe stem. Ook al versta je maar de helft van wat hij vertelt, hij heeft veruit de meest sexy bindteksten.
Al heel snel kreeg je het gevoel: Daan doet wat Daan wilt doen. Hij lijkt schijt te hebben aan alles en iedereen. “Het is zalig om terug te zijn. Het is niet de eerste en niet de laatste keer,” vertelde hij na het openingsnummer. Door die arrogante houding is het soms moeilijk om echt contact op te bouwen met het publiek. ‘La crise’ kondigde hij aan als “compleet achterhaald” en zo voelde het ook. Vanaf ‘Exes’, “speciaal voor jullie”, kwam er wat meer leven in de brouwerij. Er volgde een rauwe cover van Grant Lee Buffalo’s ‘Fuzzy’, dat Daans zware timbre goed liet uitkomen. Af en toe deed zijn stem in combinatie met de synthesizer zelfs aan Rammstein denken. Vanaf ‘Icon’ kreeg de groep het publiek eindelijk mee om dan met ‘Housewife’ in een echt feest te ontaarden. Met ‘Swedish designer drugs’ in duetvorm met drumster Isolde Lasoen en bis ‘The Mess’ nam de band weer eens afscheid van het Stadsplein.
Daan mag blij zijn met zijn bandleden en dat beseft hij maar al te goed. Terwijl hij in de coulissen en rond zijn muzikanten hing, deden zij de moeite om het publiek mee te krijgen en alles in de hand te houden, met de glimlach.
Als Daan de grillige zee is, dan is zijn band de vuurtoren waar hij altijd op kan rekenen. (kr)
Foto: MarkeTentster