Afgelopen maandagavond ontstond brand in de voormalige discotheek Ritz aan de Hasseltse kanaalkom. “Gezien de leeftijd van het gebouw hadden we snel een vermoeden dat er sprake kon zijn van asbest”, vertelde burgemeester Nadja Vananroye achteraf.
Dezelfde nacht nog werd een deskundige aangesteld en werden stalen genomen. In de loop van dinsdagochtend bevestigden de eerste resultaten dat er wit asbest was vrijgekomen – de “minst gevaarlijke” soort. Een ruime veiligheidsperimeter werd ingesteld, gebaseerd op de overheersende windrichting. Bewoners in die zone kregen ook een brief met instructies om ramen en deuren dicht te houden en tuinen niet te betreden, gewoon uit voorzorg. De stad volgde daarbij een vaste noodprocedure. Later in de dag werd de veiligheidsperimeter verkleind.
Op diverse punten in de ruime veiligheidszone waren intussen bijkomende kleefstalen genomen en luchtmetingen uitgevoerd. De brandweer maakte de site ook regelmatig nat om verdere verspreiding van het gevaarlijke asbeststof tegen te gaan. De vochtige lucht speelde trouwens heel de tijd – ook ’s nachts al – in het voordeel van de hulpdiensten om neerdwarrelende asbeststof op een ‘natuurlijke’ manier te neutraliseren.
Minder dan 24 uur na de brand gaven de resultaten van de extra staalnemingen aan dat de risicowaarden niet werden overschreden en dat er geen meetbare asbestdeeltjes achterbleven, meldde burgemeester Vananroye dinsdagavond tijdens een kort persmoment. De luchtmetingen wezen eerder al in dezelfde richting. Daarmee werden de tuinen opnieuw officieel veilig verklaard en mochten ook ramen en deuren weer open.
Het risico bleef achteraf gezien dus in feite beperkt tot de getroffen Ritz Building enerzijds en de twee aanpalende gebouwen links en rechts (voormalige sanitairhandel Jaspers en antiekzaak) anderzijds. Een gespecialiseerde firma ruimde intussen alle achtergebleven vlokken op het dak van de sanitairhandel op. Dat werk was trouwens al klaar vlak voor de infovergadering met de buren, dinsdagavond.
Daar waren enkele opmerkingen te horen over de communicatie tijdens de brand zelf. Zo merkten een tiental aanwezigen op dat ze de omroepwagen die politie LRH uitstuurde, niet hadden gehoord. Sommigen vertelden dan weer dat de rook blijkbaar toch overal heen waaide – en dus niet enkel in de richting die de hulpdiensten aangaven – en ook dat had voor de nodige ongerustheid gezorgd.
De politie, brandweer en stadsdiensten deden hun best om via de vaststellingen van de experts de omwonenden te overtuigen dat er geen blijvend gevaar was voor hen. Lange blootstelling aan en hoge concentraties van asbeststof waren immers beide afwezig, was de uitleg van de brandweerexpert – vandaar de conclusie van de deskundigen. Hij merkte terloops trouwens op dat alle diensten heel snel hadden gereageerd op het asbestprobleem.
Volgens de geldende richtlijnen van OVAM moet een onderzoeksdeskundige binnen een dag of drie aangesteld worden na een brand, maar hier waren de maatregelen al na enkele uren genomen, de resultaten binnen één dag gekend en sommige opruimingswerken eveneens binnen die periode uitgevoerd. Op het ogenblik van de brand konden de hulpdiensten enkel een realistische inschatting maken van de situatie en daarnaar handelen, klonk het verder. De beslissing om heel snel een ruime veiligheidszone af te bakenen was daarom op basis van de beschikbare informatie de enige logische keuze. De brandweer kreeg alleszins een publieke pluim van de aanwezigen.
Het technische labo van de gerechtelijke politie onderzocht de hele namiddag het gebouw om de oorzaak van de brand te achterhalen, maar deelde daarover niets mee.
De getroffen site zal nu vlug afgebroken worden. De Ritz building en de sanitairhandel Jaspers zouden sowieso in de loop van de maand oktober kennismaken met de sloophamer, maar die werken zullen sneller dan gepland uitgevoerd worden, deelde stadsingenieur Marc Swyngedouw verder nog mee. De eigenaars hadden daarvoor al een vergunning gekregen. Ook met hen werd woensdagochtend nog extra vergaderd om een planning op te stellen.
Gil Knevels, de oorspronkelijke eigenaar van de discotheek stond dinsdagnamiddag aan zijn voormalige eigendom te kijken. “Nog een stukje Hasseltse geschiedenis dat verdwijnt.” (ds)