Vandaag start de heraanleg van het Kapermolenpark in Hasselt. In een eerste fase komt er een grote waterzone die de Demer terug in het park haalt, een idee dat ontstond tijdens het participatietraject uit 2016. Daarnaast verandert ook het tracé van het bestaande fietspad langs het park. Beleving moet centraal staan in versie 2.0 van deze belangrijke groene stadslong. De werken duren tot de zomer en zullen voor enige hinder zorgen.
Op 21 december 2016 stuurde Vlaams minister Joke Schauvlieghe een persbericht rond waaruit bleek dat Hasselt een projectsubsidie van 250.000 euro kreeg voor de herinrichting van het Kapermolenpark. “Een ambitieus groenstructuurplan dat een stadspark omvormt naar de nieuwe uitdagingen van de stadsrand”, was de motivatie van de professionele jury.
In maart 2017 kwam toenmalig bevoegde schepen Valerie Del Re met concrete plannen en een planning: begin 2018 zouden de werken starten. Vorige week, bijna een jaar later, kondigde haar opvolger Joost Venken aan dat de werken in het kader van fase 1 nu dus zullen beginnen. Aan de oorspronkelijke visie achter het plan veranderde intussen niets. Er stapten wel extra partners in het verhaal waardoor de stad het voorziene totaalbudget aanzienlijk kon verhogen zonder zelf meer te moeten uitgeven.
Het totale prijskaartje van de heraanleg bedraagt net geen twee miljoen euro. Twee jaar geleden was dat nog 1,25 miljoen euro, maar toen twijfelde Del Re eraan of ze met dat budget wel alles kon realiseren wat ze wilde. Nu komt ongeveer 450.000 euro extra budget van de provincie, want die betaalt het nieuwe fietspad langs de Demer. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) betaalt de graafwerken, geraamd op zo’n 300.000 euro. Met de eerder genoemde subsidie van 250.000 euro van Agentschap Natuur en Bos (ANB) blijft voor de Hasseltse stadskas het oorspronkelijke bedrag van één miljoen euro over. “We hadden vroeger kunnen beginnen met deze heraanleg”, vertelt groenambtenaar Geert Vandekerkhof daarover. “Maar dat jaar wachten heeft ons geld opgebracht.”
De term ‘stadspark’ lijkt op basis van wat er allemaal gaat komen, niet echt toereikend. Het Kapermolenpark ontstond weliswaar als een normaal park in 1982, als een geschenk voor het 750-jarig bestaan van de stad. Maar parkbeleving kreeg sindsdien een heel andere invulling. Daar wordt nu heel mooi op ingespeeld, en niet alleen dat. “Het project is een illustratie van slim verdichten: de kwaliteit van de natuur wordt samengebracht met de kwaliteit van het wonen, werken, studeren… iets wat men nog niet veel tegenkomt.” Dat zijn opnieuw de woorden van die jury uit 2016.
Vorig schepen Del Re peilde via een online participatietraject naar het gebruik van en de verwachtingen omtrent het toekomstige park. Dat initiatief leverde een finaleplaats op voor de Belfius Smart City Award 2016. De link met de Demer die nu gerealiseerd wordt, was trouwens één van de suggesties uit dat traject.
De Demer zal een prominente plaats krijgen in het nieuwe belevingspark, herhaalt huidig schepen Venken nog eens. Dat blijft de belangrijkste vernieuwing in de heraanleg. “Vandaag wordt de Demer door een scherm van bomen en struiken en het fietspad, zowel visueel als fysiek volledig afgescheiden. Bovendien ligt de waterloop een 3-tal meter lager dan het park”, licht Venken toe. “Door de vijver op te schuiven in oostelijke richting en de noordelijke oeverzone op een natuurlijk geprofileerde wijze af te graven, ontstaat een aangesloten waterrijke zone.”
Tweederde van alle afgegraven grond, geschat op zo’n 15.000 kubieke meter, wordt herbruikt binnen het park. Enkel de rest wordt via de werfingang langs de Koning Boudewijnlaan weggevoerd over de weg. “De geplande herinrichting van het kruispunt aan het Provinciehuis is een stimulans om snel vooruit te gaan, voordat de boel daar veel te moeilijk wordt”, reageert Venken.
De bedoeling is dat de Demer uiteindelijk op min of meer hetzelfde niveau komt te liggen als de wandelpaden errond en de stapstenen er doorheen. Terwijl de schepen dit toelicht, noteren we “natte voetenpad” als voorlopige werknaam. Alleszins is het de bedoeling dat de Demer en de bezoeker bijna letterlijk met elkaar in contact komen omdat enkele wandelpaden via stapstenen dwars doorheen die natte zone lopen. Wie naast één van die stapstenen zou terechtkomen, moet echter geen schrik hebben want veel dieper dan 30 cm wordt het water daar niet, stellen de ontwerpers gerust.
Mensen die minder mobiel zijn, hebben ook hun plek gekregen in het ontwerp, benadrukken dezelfde ontwerpers. “Alle paden voldoen aan de toegankelijkheidsnormen die een hellingsgraad van maximaal 4% voorschrijven, zodat onder andere rolstoelgebruikers ook tot aan het water geraken.” Om niveauverschillen te overbruggen, zoals naar de centrale heuvel die als landmark en uitkijkpunt zal dienen, zijn er dus zowel trappen als toegankelijke kronkelpaden.
Vermits de Demer een regenrivier is, bestaat er trouwens weinig kans op regelmatige overstroming. Slechts een achttal keren gedurende de laatste 36 jaar trad de Demer op die plaats buiten haar oevers, stelden de ontwerpers vast uit archiefmetingen. Normaal behoudt de rivier heel goed een vast niveau. In het oorspronkelijke voorstel van 2017 was er sprake van een nieuw meetstation hiervoor, maar daar wordt op dit moment niet over gesproken.
Gezien het constante waterpeil benadrukt groenambtenaar Vandekerkhof het ecologisch belang van een paaizone voor diverse vissoorten die in de waterzone kan (en volgens hem zal) ontstaan. Die kan belangrijk worden voor de vispopulatie stroomopwaarts. Aan de Herkenrodeabdij, meer stroomafwaarts, kreeg de Demer al een aantal speciale watertrappen met hetzelfde doel voor ogen. Die vissen geraken echter niet tot in het Kapermolenpark of hogerop omdat de Demer onderweg doorheen een sifon loopt. Hier krijgen ze dus een tweede kans, gesteld dat de vele gebruikers van het park de intieme privacy van de vissen niet verstoren.
“Om dit alles mogelijk te maken, wordt het tracé van het fietspad langs de Demer verlegd. Via een nieuw brugje richting de schaatsbaan zal het fietspad van oever wisselen.” Het fietspad eindigt nog altijd aan de bestaande fietstunnel onder de singel ter hoogte van Syntra. Fietsers die uit de richting van Godsheide komen, zullen in de toekomst dus dwars doorheen het park kunnen rijden in plaats van rondom het park.
Rond het huidige evenementenplein zullen een aantal bomen verdwijnen omdat ze niet meer stabiel zijn. Die worden later gecompenseerd, onder andere met een vijftiental bomen die onlangs aan de Kanaalkom werden weggenomen op vraag van bewoners van de appartementsgebouwen De Kaai. Die bomen stonden daar namelijk de kanaalbeleving in de weg, meer bepaald het uitzicht op het water vanuit duur betaalde appartementen.
“Ook een klein gedeelte van de vijver nabij het evenementenplein wordt gedempt voor de aanleg van een uitkijkpunt“, geeft Venken aan. “Dat uitkijkpunt moet uitgroeien tot één van de publiekstrekkers binnen het vernieuwde park. In deze natuurlijke helling, die eveneens fungeert als zithelling tijdens evenementen, verwerken we een vleermuizenkelder. Vleermuizen hebben het, zeker in een stedelijke omgeving, zeer moeilijk door het alsmaar verder afnemend aantal geschikte verblijfplaatsen.”
Een nadeel van de manier waarop woningen almaar meer luchtdicht gebouwd worden, licht Venken toe. “Steeds meer spouwen van oudere woningen worden opgevuld. Hierdoor nam de potentiële ‘woonmarkt’ voor vleermuizen de afgelopen jaren drastisch af.” Na de vleermuistoren in het Prinsenpark in Kuringen is dit een andere manier om deze dieren in een voedselrijke omgeving te huisvesten en te houden. Het nieuwe park moet ook aantrekkelijk worden voor oeverzwaluwen en ijsvogels en zodoende de natuurbeleving in het park vergroten.
Eerst gebeuren alle werken in de vijverzone. Die deelfase zal zo’n honderd werkdagen duren. Later in het voorjaar komt dan het fietspad aan bod in een aparte deelfase en uitgevoerd door een aparte aannemer. Agentschap Wegen en Verkeer en de Provincie zorgen ervoor dat het nieuwe fietspad inclusief de fietsbrug binnen een zestigtal dagen klaar zijn. Tegen de start van de zomervakantie moet de volledige eerste fase van de heraanleg daarmee afgerond zijn
Wie werken zegt, zegt daarmee tegelijk hinder en dat is bij dit project niet anders. Begin februari sluit de aannemer de volledige werfzone gedurende een viertal maanden volledig af. Wie dus wil gaan lopen in het park, zoekt beter een alternatief want een groot deel van de looppiste ligt binnen de toekomstige werfzone.
Voor de studenten van PXL verdwijnt ook een stuk van hun wandelroute naar alternatieve parkeerplaatsen die door de stad gepromoot worden om tegemoet te komen aan de parkeerdruk. “Hierover gebeurde overleg met PXL”, reageert de schepen. “Maar het kan nu eenmaal niet anders.” Wel blijft tussen de Elfde Liniestraat en één van de brugjes achter PXL een stuk van het fietspad tijdelijk toegankelijk, voegt hij daar later aan toe. Hou er echter rekening mee dat de verlichting van het fietspad in functie van de nieuwe aanleg op voorhand al wordt weggenomen. Fietsers en voetgangers hebben een alternatieve route via de ventweg aan de Singel enerzijds, of via het “kwalitatieve fietspad” langs de Boudewijnlaan anderzijds.
De parking op de kop van het Kapermolenpark blijft voorlopig behouden, die verdwijnt pas in een latere fase. Ook aan het skatepark wordt tijdens deze fase niet geraakt. In die volgende fase “ligt de focus op het vergroten van het speelaanbod binnen het park. Zo willen we een aantal speeltuintjes inrichten die aangepast zijn aan verschillende leeftijdscategorieën. Dit is gepland in 2020”, vertelt schepen Venken. Of later, zo blijkt als er wordt doorgevraagd. De uitleg is dezelfde: als het wat langer duurt om meer budget te verzamelen en dan meer te kunnen realiseren, dan liever op die manier. Bovendien is de nieuwe bestuursploeg nog maar een maand aan het inwerken en kwamen sommige dossiers nog niet aan bod.
Voor grotere evenementen tijdens de werkperiode zocht en vond de stad ook alternatieven. De jaarlijkse Koi Show bijvoorbeeld vindt dit jaar op de voormalige brandweersite plaats. KPM Cup en het festival We R Young gaan daarentegen wel op hun vertrouwde locatie door – vlak langs de parking en de skatezone. Vermits die festivals voor jongeren momenteel nog in voorbereiding zijn, kunnen ze misschien een wedstrijdje hekklimmen als nieuwe activiteit voorzien.
Maar waar haalt de stad deze ideeën zo plotseling vandaan? Pieter Daenen, één van de ontwerpers van het nieuwe Kapermolenpark, licht daarover een en ander toe. Het participatievoorstel om de Demer terug in beeld te brengen, vond hij meteen heel interessant. “De Demer ligt er, dus daar houd je sowieso rekening mee.” Voor de andere belevingselementen haalde hij inspiratie bij twee grote stadsprojecten in Lyon en Parijs. “Tijdens een reis doorheen Frankrijk bezocht ik die twee projecten die hier totaal onbekend zijn,” vertelt hij. “Niet dat de ideeën daar letterlijk van gekopieerd werden, want dat gaat nooit. Die projecten zetten mij aan om op een andere manier te denken. In beide gevallen werd ginds eerst het park ontworpen, en kwam pas daarna de stad (of het stadsdeel) er rond.”
Pieter en zijn collega-ontwerper Jasper Goffin van BuroLandschap staan gebogen over een groot ontwerp dat niet alleen het Kapermolenpark omhelst, maar een mega groene zone voorziet. Daarin herkennen we ook de volledige PXL-campus, de nieuw te bouwen sportschool en de Japanse Tuin. De zone eindigt bijna aan de achterkant van het Dusartplein. De Elfde-Liniestraat is volledig geknipt, valt ons op. Enkel twee korte toegangswegen die ver van elkaar blijven, geven mogelijkheid om er op een andere manier dan te voet of met de fiets te geraken.
Momenteel is een nieuw Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) in opmaak over deze hele zone, dus inclusief het Kapermolengebied, de hele studentencampus en de Elfde-Liniestraat. Beide jonge ontwerpers zouden daarom heel graag hun grotere visie, die hier aan onze voeten ligt, gaan toelichten bij de betrokken stadsdiensten voordat er iets beslist wordt. Het gebied heeft in hun ogen een enorm potentieel op het vlak van duurzaamheid en leefbaarheid. Studenten zouden bijvoorbeeld gewoon hun schoolgebouw buitenstappen en onmiddellijk midden in een park zitten. Wie vanuit de stad komt, zou al op het Dusartplein de aanwezigheid van het park ‘voelen’, wat nu absoluut niet het geval is. Om maar een paar directe voordelen te noemen.
Het gebied zou volgens Pieter en Jasper een gigantische groene buffer vormen tussen de drukke singel en het centrum, maar tegelijk voor een heel rijk sociaal leven zorgen. Hoe vlug zou de Hasselaar aan zoiets kunnen wennen, vragen we ons af, zeker als hij vandaag vindt dat er nog altijd te weinig belevingsgroen is in of vlakbij zijn binnenstad?
Grotere klimaatambities zijn vandaag een hot gespreksonderwerp. Daarbij spreekt iedereen over te veel blabla en te weinig boemboem op alle domeinen. Sommige Hasselaren dachten na meer dan twee jaar wachten misschien zelfs dat het nieuwe Kapermolenpark zo’n blabla-geval zou worden, of zien nog altijd niet het nut van deze investering. De stad is op basis van dit frisse, nieuwe ontwerp echter rotsvast overtuigd van het tegendeel: niet alleen op heel warme dagen zal die Hasselaar merken hoe zijn leefbaarheid op lange termijn een dosis boemboem krijgt. Maar waaien de zaadjes vanuit het Kapermolenpark ook tot elders in de stad? (ds)