Een wereldwijde gezondheidscrisis zoals we momenteel doorstaan, biedt misschien mogelijkheden om nieuwe trends te zetten. Drie voorbeelden daarvan kwamen we vandaag tegen: een juister, positiever woordgebruik, een individuele en vooral kritische analyse van verplaatsingsroutines met daaraan gekoppelde gedragswijziging en tenslotte de cruciale plek van openbaar vervoer in onze samenleving.
(Topfoto © Kris Van de Sande)
Zeg niet #SocialDistancing, maar wel…
Wat als we deze alomtegenwoordige term vanaf nu niet meer zouden gebruiken en vervangen door twee andere, namelijk #SpacialDistancing en #SocialBridging? Volgens de Canadese stadsplanner Brent Toderian dekken die twee vlaggen namelijk veel beter de lading van de vele oproepen tot enerzijds de inachtneming van broodnodige afstand ten opzichte van elkaar, en anderzijds tot samenwerking.
“Houd fysieke afstand van anderen, maar doe alles wat je kan om sociaal verbonden te blijven met vrienden, familie en je lokale netwerk”, aldus de vertaalde tweet van de Canadees. “Taal is belangrijk, dus verspreid deze boodschap”, besluit hij zijn boodschap over ruimtelijke én sociale samenhang.
Als ervaren stadsplanner en gedreven evangelist pleit Toderian al sinds jaar en dag voor een verbeterd, efficiënter ruimtegebruik waarbij de mens centraal staat in de stedelijke omgeving. De Canadees geeft via Twitter regelmatig goede praktijkvoorbeelden of kritische bedenkingen bij andere, minder positieve stadsingrepen wereldwijd. Uit heel de wereld kreeg hij trouwens de voorbije jaren uitnodigingen om zijn visie en praktijkervaring te komen toelichten. Buenos Aires, Kopenhagen, Groningen, Helsinki, Sydney, Rotterdam en New York zijn allemaal steden waar hij zijn verhaal ging vertellen en waar lokale of regionale overheden na intensieve participatietrajecten overgingen tot een herschaling van hun stadswijken op mensenmaat.
Ons verplaatsingsgedrag
Dichter bij huis, meer bepaald in Halle, woont Dirk Dedoncker, een mobiliteitsadviseur die in zijn branche eveneens al jaren pleit om eens na te denken over de huidige manier waarop we ons verplaatsen. Op zijn blog post hij vandaag een mooi stuk over ingebakken gewoontes en de kansen die de Coronacrisis biedt om die routines te doorbreken en ons individueel gedrag te veranderen.
“Hoe vaak hoorden we de afgelopen jaren niet: ‘ja maar, ik kan niet anders. Ik kan niet gaan werken zonder auto. Iedereen kan toch niet te voet gaan of gaan fietsen…’ Soms zijn er grote crisissen nodig om dat wel te bewerkstelligen. Wanneer de nood hoog is, zijn mensen plots creatief en passen ze op enkele dagen hun gedrag aan”, stelt Dedoncker. Hij doet daarom een warme oproep om “een positief scenario voor mobiliteit” te verzinnen.
“Crisissen zijn uitdagingen”, besluit hij zijn oproep. “Het kan fout lopen, maar het kan ook een serieuze wakeup call zijn en zorgen voor die veranderingen die vaak als ‘onmogelijk’ of ‘onhaalbaar’ werden weggezet. Zorgen we samen voor dat positief duurzaam verhaal?”
TreinTramBus bedankt en adviseert
De derde en laatste mogelijke trend ligt een beetje in het verlengde van de vorige. Wanneer mensen zich in grotere aantallen anders willen verplaatsen, dan kan een goed functionerend openbaar vervoer natuurlijk niet ontbreken. Daarom laat TreinTramBus zich vandaag ook horen met zowel een nadrukkelijke ‘dank je!’ als een advies aan de Vlaamse en lokale overheden.
TTB bedankt namelijk nadrukkelijk alle werknemers van de NMBS, van Infrabel, van De Lijn, van de MIVB en van alle andere vervoerbedrijven die in deze crisisperiode blijven functioneren. “Ook al blijven de meeste trouwe reizigers nu ‘in hun kot’, toch willen wij in naam van alle openbaarvervoergebruikers niet alleen alle chauffeurs, treinbegeleiders, dispatchers en seingevers uitdrukkelijk voor hun inspanningen bedanken, maar ook de mensen die instaan voor het onderhoud van materieel en infrastructuur en de leidinggevenden van de vervoerbedrijven”, aldus Stefan Stynen, voorzitter van TreinTramBus. “De reizigers waarderen hun inzet zeer!”
Anderzijds zit er ook een waarschuwend vingertje in het bericht. TreinTramBus steunt weliswaar de overheidsbeslissing om treinen, trams en bussen in deze moeilijke periode te blijven laten rijden en zo te tonen dat dit “een van de cruciale voorzieningen van onze maatschappij” is. Toch houdt de organisatie ook al één oog op morgen – lees: de dag na de crisis.
“We hopen dat dit besef ook zal blijven bestaan, wanneer we deze crisis overwinnen en geleidelijk aan terugkeren naar het gewone leven,” meent Stynen. “De medische en hulpverlenende sector wist het natuurlijk al langer, maar men ervaart er nu op bijzonder pijnlijke wijze hoe fout het geweest is om op gemeenschapsvoorzieningen te besparen. Dat geldt ook voor het openbaar vervoer. De luxe om bijkomende financiële middelen in te zetten, zal er niet dadelijk zijn. Maar de bestaande middelen zo efficiënt mogelijk gebruiken is meer dan ooit noodzakelijk.”
TreinTramBus gaat in elk geval Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters ervan proberen te overtuigen om de verregaande beslissingen die de nieuwe vervoersregio’s met zich zullen brengen – beslissingen die heel binnenkort moeten genomen worden – extra onder de loep te nemen. “Noodzakelijke overlegorganen zoals vervoersregioraden kunnen immers ook niet meer fysiek samenkomen, maar moeten wel verregaande beslissingen nemen”, meent Peter Meukens die zich bij TTB met basisbereikbaarheid bezighoudt. “Moeten we daarom niet wat meer tijd nemen voor de hervorming van deze cruciale dienstverlening voor de reiziger?” (ds)