Vandaag is het Halloween, en dat zal u geweten hebben. Radio, televisie en internet worden overspoeld met Halloween-referenties, van de beste kostuums en snacks tot de engste grappen en Halloween-films. Dat dit feest is overgewaaid uit Amerika, is u vast niet ontgaan, maar weet u waarom u zich verkleedt? Weet u waar dit feest vandaan komt?
Het Halloween dat we tegenwoordig kennen is eigenlijk ontstaan in drie fases. De origine van dit feest is helemaal terug te brengen tot Keltische feesten in Ierland en Groot-Brittanië die zo’n 2000 jaar geleden plaatsvonden, nog voor de Romeinse invasie. In de 9e eeuw werd het overgenomen en beïnvloed door het christendom. Het waren de Ierse en Schotse immigranten die Halloween in de tweede helft van de 19e eeuw uiteindelijk introduceerden in Amerika.
Keltische rituelen
Het Keltische volk vierde van 31 oktober tot 1 november wat in Ierland bekend stond als ‘Samhain’ en in Wales als ‘Calan Gaeaf’. Dit feest ter ere van het einde van het oogstseizoen en het begin van de winter wordt vernoemd in de oudste Ierse en Welshe literatuur. De Kelten geloofden dat de grenzen met het hiernamaals op dat moment erg dun waren, waardoor er geesten konden oversteken. Goede geesten werden geëerd met offers van voedsel en zouden ervoor zorgen dat het gezin en hun vee de winter goed zou doorkomen. Na het eten vonden er verschillende festiviteiten plaats, van spelletjes tot rituelen om de toekomst te voorspellen.
Bij Halloween denk je natuurlijk ook aan de pompoenlantaarns of ‘jack o’ lanterns’. Ook die zijn terug te brengen tot de Keltische tradities. Vuur was namelijk een belangrijk onderdeel van ‘Samhain’ omdat het de winter op afstand zou houden. In het begin werd dit voornamelijk gesymboliseerd met grote kampvuren, maar vanaf de 18e eeuw werden dat lampen. In Ierland en Schotland was het toen een gewoonte geworden om van deur tot deur te gaan en kattenkwaad uit te halen. Men droeg hierbij zelfgemaakte lantaarns, gesneden uit rapen of bieten om slechte geesten weg te houden. De rapen en bieten werden vervangen door pompoenen toen Halloween geïntroduceerd werd in Amerika aan het einde van de 19e eeuw. Deze praktijk kwam in de 20e eeuw ook naar Engeland, waar de lampen toen werden omschreven als ‘jack o’ lanterns’.
Overname door het christendom
Het Halloween dat we vandaag kennen is eveneens enorm beïnvloed door het christendom. De christelijke feestdagen die de doden eren, Allerheiligen en Allerzielen, vinden namelijk plaats net na Halloween. Dat is echter pas zo sinds de 9e eeuw, nadat de toenmalige paus besloot om deze heilige feestdagen te doen samenvallen met het Germaanse ‘Samhain’. De feestdagen werden op die manier verplaatst van mei naar november. Toen ontstond ook de naam Halloween, een samentrekking van ‘All Hallow’s Eve’, wat in het Nederlands zoveel betekent als ‘de avond voor Allerheiligen’.
Het gegeven om van deur tot deur te gaan, in het Engels bekend als ’trick or treat’, is eveneens ontstaan vanuit een christelijke traditie waarbij een groep arme mensen, vaak kinderen, van deur tot deur gingen om te bedelen om voedsel. In ruil voor dat voedsel zouden zij gaan bidden voor de recent overleden naasten van die persoon zodat die sneller vanuit het vagevuur in de hemel terecht zou komen.
Het bekendste onderdeel van Halloween is natuurlijk de verkleedpartij. Dit is ontstaan uit een combinatie van Keltische en christelijke overleveringen. De Kelten gebruikten offers om goede geesten tevreden te stellen. Om te voorkomen dat er ook slechte geesten aangetrokken zouden worden, droegen zij maskers om hen af te weren. Ook volgens het christendom kunnen op Allerheiligen en Allerzielen geesten van de net overledenen terugkeren, en dat om wraak te nemen op hun vijanden. Christenen verkleedden zich dus opdat ze niet herkend zouden worden door deze op wraak beluste zielen.
Amerikaanse commercialisering
Hoewel wij Halloween voornamelijk kennen als een Amerikaanse, eerder commerciële feestdag, is Halloween pas op het eind van de 19e eeuw in Amerika geïntroduceerd. Het waren Ierse en Schotse immigranten die de gebruiken met zich meenamen naar de Nieuwe Wereld. Halloween bleef eerst beperkt tot de immigrantengemeenschappen maar werd geleidelijk aan meer en meer mainstream totdat het in het begin van de 20e eeuw in heel Amerika gevierd werd.
Het is in Amerika dat het grootste deel van de heidense en christelijke rituelen uit Halloween gehaald werden. Het werd een dag van samenzijn en feest, vergelijkbaar met carnaval, in plaats van een dag over geesten, kattenkwaad en hekserij. In het midden van de 20e eeuw kwam ’trick or treat’ echter terug en werd het idee geboren dat je kattenkwaad kon tegengaan door snoepjes te geven aan de buurtkinderen op tocht. En dat is de vorm van Halloween die tegenwoordig ook in België aan populariteit wint, overgewaaid via de Amerikaanse cultuur en Hollywoodfilms. Snoep ophalen in de buurt door van deur tot deur te gaan komt steeds vaker voor, en ook Halloweenversieringen en -feesten worden couranter.
Daarom dus
Halloween is ontstaan vanuit het bijgeloof dat geesten van overleden mensen in de nacht van 31 oktober op 1 november onze wereld kunnen binnendringen. Goede geesten stel je tevreden met snoepjes en slechte geesten weer je af met enge maskers. Hoe enger jij je dus verkleedt, hoe minder slechte geesten jij aantrekt en hoe beter je de winter zal doorkomen. Als je daarnaast de kinderen die om snoep komen bedelen beloont, zal je ook gespaard blijven van eventueel kattenkwaad in de vorm van eieren op je voordeur of wc-papier in je voortuin. Succes! (lok)