Sinds 23 december loopt in de Waagnatie in Antwerpen een overzichtsexpo van één van de meest geniale kunstenaars en uitvinders van alle tijden, Leonardo Da Vinci. Deze expo is echter duidelijk gemaakt voor het grote volk, mist diepgang en reduceert in feite deze historisch zo belangrijke persoon tot een consumptieproduct.
Leonardo Da Vinci hoeft eigenlijk geen voorstelling. De man wàs gewoon een genie als uitvinder en wetenschapper. Dat bleek bijvoorbeeld nog begin september vorig jaar. Want na de felle orkaan Ida, die kort daarvoor over het noordoosten van de Verenigde Staten was getrokken, beschreven wetenschappers van de Stanford University in het wetenschappelijk tijdschrift Science hun bevindingen over enkele randfenomenen van dit natuurfenomeen en de mogelijke stormvoorspellingen die ze uit de verzamelde gegevens kunnen halen. Da Vinci had hetzelfde fenomeen al geobserveerd – niet in de lucht, maar in stromend water weliswaar – … in de 16e eeuw. Met behulp van satellieten wordt het dus nu pas mogelijk om het dieper te onderzoeken.
Leren doe je altijd en overal, en dat pluspunt geven we deze expo wel mee. Nochtans blijft het resultaat hetzelfde als na een avondje browsen op Google Arts & Culture. Talloze replica’s, gemaakt door “Italiaanse vakmannen” moeten tonen wat voor een genie Da Vinci was. De replica’s van de schilderijen maken het wel mogelijk om dichter bij de Mona Lisa te komen, zonder storing van horden toeristen in je oksels zoals in het Louvre.
Helaas domineren echter de minpunten. De replica’s van Da Vinci’s machines zien er namelijk meestal uit alsof ze gemaakt zijn door hobbyisten. Zo is hun beitskleur bijvoorbeeld wel opvallend identiek. Jammer genoeg komen zelfs de meest indrukwekkende uitvindingen daardoor niet binnen. De schilderijen zijn trouwens niet eens replica’s, maar prints op doek. De organisatie ontwikkelde hiervoor nochtans een speciale reproductietechniek op basis van een complex digitaal proces, lichten ze toe op hun website.
Deze 23 schilderijen hangen in chronologische volgorde, omdat die volgens de organisatie toelaat om de evolutie in Da Vinci’s stijl te begrijpen, De twee hoogtepunten uit deze reeks waren voor ons althans flinke afknappers: ‘The Last Supper’ bevat teveel storende ruis, en de ‘Mona Lisa‘ verdient toch wel iets beter dan een (scheve?) positie aan een aluminium lichtbalk. De scenografie in zijn geheel maakt bovendien ook al geen indruk, en tenslotte is het contrast tussen de renaissancekunst van Da Vinci en de brutalistische betonconstructie van de Waagnatie toch wel bizar groot.
Kunst consumeren
Elke stad of gemeente kan trouwens een expo zoals deze binnenhalen. EMS Entertainment kan een kant-en-klaar-pakket in eender welke geschikte locatie opstellen, als het bedrijf de aanvraag van een geïnteresseerde partij aanvaardt. “Whether you are a Museum, Promoter, Shopping Mall, Theme Park or Sponsoring Partner, we hope to be able to share our enthusiasm on creating, developing, experiencing and displaying our interactive shows“, lezen we op hun website hierover.
Het bedrijf biedt naast deze Leonardo Da Vinci onder andere Inca-goudschatten, dinosaurussen, Chinese terracottakrijgers, metalen speelgoedautootjes aan. De Waagnatie is ongeveer 2.000 vierkante meter groot, en in Antwerpen loopt er meestal wel wat volk rond. Dat soort argumenten vergroten wellicht de kans op een positief antwoord.
Denk ook even terug aan de ‘Banksy‘-tentoonstelling, waar de kunstenaar nota bene zélf absoluut tegen was. Of aan ‘The Fans Strike Back‘: zo dicht mogelijk bij Star Wars komen zonder rechten te moeten betalen aan Lucasfilm of Disney. ‘Bodies 2.0‘ lijkt dan weer een redelijk opvallende kloon van ‘Body World‘ te zijn. Het lijstje groeit regelmatig.
Goedkope expo’s lijken een nieuwe trend. Want hoe verklaar je anders de flinke groei van tentoonstellingen over grote kunstenaars uit het verleden? Meestal worden die gekoppeld aan projecties, of simpele prints. Zoals Van Gogh of Monet. Af en toe zie je ook gezichten zoals Salvator Dali en Steve McCurry. Het enige verschil hier is dat deze artiesten relatief simpel te licensen zijn.
In de muziekwereld is het trouwens niet veel beter. Zo was/is er bijvoorbeeld schijnbaar vanuit het niets ‘Harry Potter in Concert‘. Tussen haakjes, onze toverende tiener kan je vervangen met eender welke grote film van de laatste 20 jaar. Nergens zijn er officiële logo’s, en zelfs in de trailers gebruiken ze niet eens dé echte muziek. Want je mag gerust muziek uit films spelen, maar je mag die alleen niet gebruiken in een reclamespot. Dit is gewoon meesurfen op bestaande intellectuele rechten, zonder ervoor te willen of moeten betalen. Kunstenaars zoals Jeff Koons, Ai Weiwei of Gerhard Richter laten zich daarom niet zo makkelijk vangen voor een expo in plekken zoals de Waagnatie. Zij leven namelijk nog en hebben goede advocaten die waken over hun artistieke rechten – die ze nog altijd zélf bezitten.
Ongetwijfeld zit er achter deze trendy expo’s een of ander groot concept: ‘kunst naar de massa brengen op een toegankelijke manier’ misschien? Een “experience aanbieden”? Helaas zijn dit heel doorprikbare ballonnetjes om een product te verkopen. Kunstwerken die ooit heel fijngevoelig op doek zijn vastgelegd, worden van de ene dag op de andere een veredelde lsd-trip via hoogtechnologische (in het beste geval) projecties. Misschien leuk voor de kindjes, maar daar houdt het dan ook op.
In het ballonnetje vind je helaas evenveel cultuur als er haute cuisine steekt in een fastfoodrestaurant. Het doel is en blijft om snel te verdienen aan een grote massa. Laat dat die eerdere uitspraak over ‘goedkope expo’s’ van hierboven trouwens ook in het juiste perspectief zetten. Want deze Da Vinci-expo in de Waagnatie kost 15 euro voor een volwassene. Dat is bijna evenveel als een dagticket voor het Rijksmuseum in Amsterdam. Al moet je in het geval van Antwerpen niet zo ver lopen: met die 15 euro op zak wandel je misschien beter naar het MAS, 750 meter verderop. Onderweg kom je dan ook nog een leuke koffiebar tegen, waar je met de overschot van dat geld terecht kan.
Begrijp me niet verkeerd: ik ben absoluut niet die snob die vindt dat cultuur thuishoort in een museum. En niet iedereen kan zomaar even naar Milaan reizen om ‘The Last Supper‘ in het echt te zien, dat begrijp ik ook wel. Ik loop gewoon graag een museum binnen. Naar Londen gaan zonder zonder een bezoek aan The National Gallery lukt mij niet. Het Amsterdamse Rijksmuseum stond al heel lang om mijn verlanglijstje, en vlak voor de start van corona ben ik daar eindelijk geraakt. Al die ongelooflijke topwerken die daar hangen, deden mij gewoon duizelen. 30 werken van Koen Vanmechelen in het Uffizi in Florence zijn daarom een heel treffend voorbeeld van een échte ‘unieke museumervaring’.
Over deze expo in de Waagnatie kan ik dit echter niet zeggen. Ik heb het grootste respect voor wat Leonardo Da Vinci gedaan heeft voor de mensheid. Maar het reclameblaadje dat ik vlak voor mijn vertrek ’s ochtends uit de brievenbus haalde, gaf mij dezelfde culturele voldoening. Leonardo verdient gewoon beter. (kvds/ds)
Alle foto’s © Kris Van de Sande