Tempus fugit, want terwijl Rihanna nog via whatsapp een taxi probeert vast te krijgen om van de festivalweide af te raken, wandelen wij die Pukkelpopweide alweer op voor een verse dag audiovisuele prikkels. Die kregen we in nec plus ultra een twaalftal uur later bij de Chemical Brothers. Maar laat ons beginnen met de transpiratie te deppen, veroorzaakt door de flinke wandeling van de parking tot de weide en meteen gevolgd door een eerste spurtje naar de Dance Hall. Daar moet de Britse Anne-Marie, suf gehyped door BBC 6, gaan bewijzen dat ze een nieuw popwonder is. Ze zat een aantal uur geleden nog in New York, en staat nu fris huppelend op het podium les te geven in hoe je een popconcert moet geven.
Met de hulp van een uitstekende drummer en toetsenmens doet ze alles juist, en ook nog op het juiste moment. Geen enkel beatje dropt waar dat niet moet vallen, en haar stem is grandioos. Ze performt fris, jong en bijzonder gretig. Al kan ze later op Twitter er mentaal nog steeds niet bij dat zo vroeg op de dag die hele dance hall al vol zat. Bij singletje ‘Alarm’ gaat het hele publiek in zwaaimodus, en nadien hoeft ze enkel nog maar ‘hallo’ te zeggen om de dance hall uit haar handen te laten eten. Magnifiek stukje optreden, en aan BBC 6: once again you were quite right. Houd haar in de gaten, deze Anne-Marie. Popmuziek is soms gewoon popmuziek, maar je moet het ook nog kunnen brengen. Zij kan dat.
We dwalen na Anne verder over de weide, die een stuk rustiger oogt dan gisteren. De vrijdag is niet uitverkocht, en dat voelt best een stuk prettiger aan. Je struikelt nog steeds om de haverklap over tieners verborgen tussen de grassprietjes, maar vandaag bijten ze minder hard in de enkels. Er hoeft immers niet naar een Riri gerend te worden, al krijgen we tegen dat de Chemical Brothers beginnen toch weer een kleine volksverhuizing richting mainstage.
We spreken met onze redacteur ad interim Bregt af in de zandvelden rond de Castello en treffen een best wel fris ogende jonge mens aan. Gisteren dan toch een beperkt programma gedraaid? Toch niet bij DJ Craze geraakt dan?
“Toch wel, toch wel” lacht hij relaxed. “Het was goed, niet echt mijn muziek, maar gelukkig kon je via de videoprojecties wel volgen wat hij doet, en als ex-dj vond ik dat zeker interessant, zelfs indrukwekkend.”
BR: Heb je je een beetje kunnen houden aan je planning?
“Eigenlijk wel, ja”, klinkt hij zelf een beetje verbaasd. “Ik heb wel dankzij Miss Rihanna helaas Die Antwoord moeten missen. Dat verschoof naar ‘net iets te laat’, want halverwege Mastodon heb ik moeten afhaken. Wat ik dan wel heb kunnen zien, ook dankzij Miss Rihanna. Wat ik ervan vond? Heel goed, maar (lacht) mijn kaars was uit. Ja echt, en mijn vriendin is al niet zo rockminded dus die stond er zo’n beetje bij van ‘het is tijd om naar huis te gaan’, weet je?”
BR: De Ideale Wereld fandagen hier op Pukkelpop, daar ben je wel geweest, niet? Wij zijn er zelf niet geraakt, dus wat gebeurt daar allemaal?
“Het was eigenlijk een beetje zoals de tv show, buiten de centrale gast dan, dus een aaneenschakeling van sketches en video’s. Met ook zeker een schitterende reportage van Luc Haekens die hier tegenover in de straat bij nietsvermoedende mensen ging vragen of Rihanna daar mocht komen logeren omdat ze geen hotel meer had kunnen krijgen. (lacht) Je zag dan mensen die daar volledig in meegaan. Ze hadden dan een euh… vrij corpulente zwarte medemens van de vrouwelijke sexe gevonden die het spelletje wilde meespelen en wel even voor een euh… uitvergrote versie van Rihanna wilde doorgaan. Ze hebben ook elke dag een andere band bij die de show muzikaal van effecten en muziekjes voorziet. Gisteren was het Triggerfinger en Jan Paternoster (op vrijdag Compact Disk Dummies en zaterdag The Sore Losers nvdr), best gezellig. Trouwens, nog gezien gisteren in heel comfortabele omstandigheden: Joris Voorn in de Boiler. Plaats genoeg daar want iedereen stond aan de main op Rihanna te wachten. Toiletten waar geen mens was, de togen, niemand voor je, eetstandjes … Je kon makkelijk en snel bestellen en eten. In mijn geval had dat laat beginnen van haar blijkbaar enkel maar voordelen (lacht). Ze mag nog komen op die manier, maar dan wil ik wel Die Antwoord niet meer missen.”
BR: Last Shadow Puppets was ook iets waar je naar uitkeek gisteren, toch?
“Ja ik vond dat heel goed, zeer zeer goed. Alleen een klein beetje jammer dat Alex Turner – was het een pose of was het echt? – zijn microfoon een paar keer tegen de grond keilde. Niet leuk, die dingen kosten geld (lacht). Nee, zo’n harde stomme knal in een vlekkeloze set een paar keer is best storend. Nu gaan we natuurlijk niet dramatisch doen over een artiest die met een stuk in zijn kraag op een podium staat, maar die micro’s … En dan tien minuten te vroeg stoppen vind ik een beetje jammer. Maar dan wel weer dit: hij zwalpte het podium op, graait naar de microfoon, begint eraan en het is meteen ‘wooow’. Meteen ook echt een van de beste bands van Pukkelpop, een enorme coolfactor.”
Hier kunnen we ons makkelijk bij aansluiten, Turner en Kane samen, dat is sterrenstof met een gin-geurtje, een begeesterende performance, maar goed, echt reviewen gingen we immers niet doen dit jaar.
Of misschien kunnen we het toch echt niet helemaal laten. Last Shadow Puppets een hoogtepunt gisteren, vandaag stel ik dan weer onomwonden vast dat de Chemical Brothers me anderhalf uur lang gebiologeerd naar de Mainstage hebben doen staren. Het concert is net afgelopen als ik dit schrijf en ik ben er nog steeds een beetje shaky van. Beginnen met een salvo van hits: ‘Hey boy, hey girl’, ‘Do it again’ en ‘Go’ onder andere. Dan een lang middenstuk van de set heel erg freakish, bijna experimenteel geluid en visuals toveren om grotesk groots te eindigen met ‘Galvanize’ en ‘Block rocking beats’. Dat middenstuk zorgde er wel voor dat Chemical Brothers-toeristen na de hitjes terug afdropen. Degenen die dan blijven staan, krijgen een traktatie van visuals en soundscapes waar je hoofd uren laten nog van duizelt. Ik dacht trouwens Bregt gezien te hebben ergens onder een van die gigantische balonnen die de Brothers in het midden van hun set de weide op keilden.
“Jaja”, knikt hij overtuigend. “Ik heb ze zeker gezien, maar ik heb meteen na de Chemical Brothers wel ook direct afgehaakt voor de dag. Het was namelijk zo overrompelend in your face dat ik nadien tegen mijn kameraden schouderophalend niet meer kon uitbrengen dan ‘jah, wa gaan we nu nog zien? ‘ Iedereen was gewoon inspiratieloos, beter kon immers even niet meer. We hebben thuis dan nog wat nagepraat, biertjes en wijntje gedronken en dat was echt een wijze beslissing.”
Gek genoeg deden wij, enfin ik dan, bijna exact hetzelfde. Mijn vrienden hebben vaak best wat vraagtekens bij mijn deviërende muzikale voorkeuren.
Eerder had het even geregend, en het bleef niet echt bij dat éne verdwaalde buitje zoals meteorologisch vooraf geruststellend voorspeld werd. Het werd een flinke bui, die bleef nazeuren met motregen, doorheen de hele set van Noel Galagher’s High Flying Birds. Maar zo’n Brit voelt zich wellicht toch een beetje thuis in zulk weer. Noel mopperde wat over ‘what’s this rain like uh?’ en zette groots werk neer gedurende een flink uurtje. Dat vond onze interimaris ook.
“Ik ben altijd wel een grote Oasis fan geweest. Dat is gewoon een vakman. Het is wel op zijn Engels, wat killetjes, maar hij heeft toch redelijk zijn best gedaaan om een praatje te proberen slaan tussendoor. Over Kevin de Broooyne en zo. En hij is echt een magistrale songschrijver. Misschien jammer voor hem dat het dan toch weer altijd die Oasis nummers zijn die de bovenhand halen, want zijn eigen songs krijgen toch iets minder publieke perceptie. ‘Champagne supernova’ bijvoorbeeld. We stonden ergens in de buurt van de P.A. en zodra hij dat inzette, begon iedereen tegelijk, als één groot organisch geheel, de song over te nemen. Fantastisch.”
Meteen ook een goeie samenvatting van de festivaldag, dat laatste woord. Een fijne aanloop op woensdag, een zeer fijne donderdag, een uitstekende vrijdag. Rest enkel nog de zaterdag.
Die begint voor Bregt met André Brasseur, of toch niet?
“Nee”, klinkt hij wat beduusd. “Jammer wel, ik had zo’n paar dingen aangeduid: Whispering Sons, André Brasseur en Mad About Moutains. Dat waren zo de acts die me meteen in het programma opvielen, maar meteen ook allemaal rond twaalf uur. Jammer, maar da lukt gewoon niet. Je moet je eigen ook niet foppen door te zeggen: ‘daar ga ik naartoe’, want dat haal ik toch nooit. Dus neen, geen Brasseur.”
Wij zelf ook niet, net niet alweer. Die ‘net niet’ factor ligt ook dit jaar weer veel te hoog. Op een camping liggen heeft zo zijn voordelen. Zo wist één van onze fotografes die voor het festival werkt en hier dus ’s nachts een paar uur uiltjes vangt in een container, ons met een brede smile te vertellen dat we iets bijzonders gemist hadden bij Brasseur. Waarvoor dank, maar het echte bijzondere is voor middernacht en heel even daarvoor. Ik kijk zelf al maanden uit naar LCD Soundsystem en zeker naar Minor Victories, straks de afsluiters van de Club.
Nog een hoogtepunt van deze intussen zaterdag is Anderson .Paak and the Free Nationals. Hiphop-esque met zware uithalen naar funk, soul, jazz en blues. Hij drumt en zingt vaak tijdens een concert en foetert zijn band wel eens uit voor de lol. (“Maybe next time you should rehearse when we’re not doing a show” slingert hij bijvoorbeeld naar zijn bassist.) Maar hij maakt bovenal bijzonder fijne dingen. Als Prince zaliger ooit echt hiphop zou gemaakt hebben, dan zou dat ongeveer geklonken hebben zoals Anderson .Paak. Geweldige opening met de woorden : “My god, sooo many white people here”. Ontwapenend met flink wat humor en een grote valies geweldige nummers pakt hij met gemak de hele mainstage in. Hij laat het publiek de zon groeten, zweten, dansen en luchtdrummen. Geweldig Pukkelpop-materiaal.
Wanneer we voor een laatste keer deze editie met Bregt afspreken, beginnen we maar meteen over een contractverlening. Of hij het volgend jaar nog eens wil doen samen met ons? “Met alle plezier!”
Maar eerst is er morgen nog. Ik ken niemand die zondag niet de hele dag doorslaapt of toch minstens gaat zitten binge watchen voor zijn tv-toestel. Bij Bregt niet anders. “Ik slaap overmorgen ook nog, denk ik”, lacht hij. “Ik vermoed dat dit het enige is wat nog gaat lukken.”. En je gasten dan? “Ik moet eerlijk zijn, die zijn meestal al weer vertrokken voor ik opsta (lacht), en dat is misschien maar goed ook, want dat is dan echt het einde van een aantal heel fijne dagen. Dat doet dan altijd een beetje pijn, weet je.”
Ons inderdaad ook niet onbekend. Ondanks de hoge rekbaarheid van Pukkelpop zijn vier dagen op dit tempo best wel genoeg.
Bregt krijgt dus de groeten en veel thank you’s en een ’tot volgend jaar’ mee naar huis. Van ons vast team krijg je nog een klein stukje over onder andere LCD Soundsystem en Minor Victories, zo ergens tegen maandag. Want morgen zit ook bij ons de mot er flink in. (as)