Dit najaar start voetbalclub Sporting Hasselt met de bouw van een nieuw jeugdcomplex. Een broodnodige investering van 1,5 miljoen euro en meteen een bouwsteen voor de toekomst, reageren zowel de club als het stadsbestuur eensgezind.
Herinner u vorig jaar oktober. Toen stonden heel boze supporters van voetbalclub Sporting Hasselt met veel kabaal en bengaals vuur op de stoep van het stadhuis. Ze eisten een nieuw stadion voor hun club, gezien de lamentabele toestand van het huidige. “Njet”, reageerde het stadsbestuur kordaat. “Kan niet op die plek en het is bovendien onze taak niet om een voetbalstadion te zetten voor één club.” Meteen had toen kersvers burgemeester Nadja Vananroye een explosief dossier op haar bureau – haar eerste.
Dik twaalf maanden later is er goed nieuws voor Sporting. Tenminste, voor de jeugdspelers van de club. Zij krijgen een volledige nieuwbouw met modern sanitair en degelijke opleidingsfaciliteiten tussen het A-terrein en het jeugdveld. De ‘grote’ supporters snoepen ook een beetje mee van die investering, want voor hen komt er een zittribune met zo’n 400 plaatsen en een nieuwe hospitalityruimte voor de sponsors, beide bovenop de nieuwbouw en gericht naar het grote veld. Op die manier kan de club nieuwe geldstromen aanboren voor toekomstige werken of aanpassingen. Wat misschien nog het belangrijkste is: de meningen staan niet meer haaks op elkaar. “Ik heb van de burgemeester goed begrepen dat we niet vooruit gaan lopen op de zaken”, zegt Sporting voorzitter Bart Casters.
“Het dossier van vorig jaar is eigenlijk een dossier met voortschrijdend inzicht”, verklaart hij verder. “Ik begrijp ook dat de stad één regel heeft die geldt voor alle sportclubs. Wij gaan het de stad zo moeilijk mogelijk maken, want wij gaan trachten zo hoog mogelijk te geraken en uiteraard zijn er dan misschien nog bijkomende investeringen nodig. Indien men aan topsport doet, zal men misschien straks nog andere investeringen moeten doen. Maar vandaag zijn die niet aan de orde.”
De felle reacties van vorig jaar probeert hij ook te verklaren. “Destijds waren sommige mensen binnen de club eigenlijk van mening dat we verder moesten gaan in dat verhaal. Bouwen voor de toekomst is prima, maar eigenlijk moeten we zorgen dat de basis terug goed zit. Dat alles wat nodig is om succes te hebben, aanwezig is. Deze investering is substantieel. Er is de laatste 20 jaar in het sportstadion en in Sporting geen investering van die orde geweest. Wij gaan bijkomend ook zelf nog een deel doen.” Met de stad werd afgesproken om, als het zover is, samen de opties te bekijken.
Het stadsbestuur had intussen al in de gaten dat de jeugdinfrastructuur van de club dringend aan vervanging toe was. Maar de manier waarop ze investeerde, moest wel perfect passen binnen het grotere voetbalplan dat een jaar of drie geleden ontstond op basis van onderzoek van hogeschool PXL. “Het voetbalplan wil enerzijds vanuit het sportieve meer samenwerking en synergie zoeken tussen bepaalde clubs zodat ze allemaal op een hoger niveau kunnen komen en tegelijk kosten reduceren”, licht schepen van Openbare Ruimte en Grondbeleid Tom Vandeput toe. “Daarnaast is er heel wat versnippering van sportlocaties op het Hasseltse grondgebied. Dus we zoeken vanuit die hoek ook naar clustering van clubs om hen op kwalitatief uitgeruste infrastructuur te laten voetballen.”
Toch blijft Vandeput bij zijn standpunt om niet zomaar massa’s geld te pompen in om het even welke sportfaciliteit in de stad. “We hebben samen (hijzelf en schepen van Sport El Ouakili, nvdr) een inhaaloperatie opgezet en proberen zo veel als mogelijk gronden te concentreren. We zorgen voor de nodige financiering, maar niet alles moet uit de grote algemene belastingpot komen. Bepaalde voetbalterreinen die in woonuitbreidingszones liggen of in recreatiezones willen we valideren. De gelden die daaruit komen, moeten echter ook niet in de algemene grote pot terechtkomen, want die willen we één op één terug investeren in voetbalinfrastructuur.” (lees verder onder kader)
De accommodatie van de voetbalclub Hoger Op Heide was de eerste die via het voetbalplan onder handen werd genomen. Ook frisbeeclub Diabolic Heaven en rugbyclub RC Hasselt ‘wonen’ voortaan in hetzelfde gebouw aan de Heksenbergstraat dat een nieuwe cafetaria met keuken en sanitaire ruimtes, vergaderlokalen, bergruimtes, grote kleedkamers en een gemeenschappelijke doucheruimte kreeg. En dat alleen nog maar op de begane grond. Boven zijn er nog een technische ruimte en zeven volledig ingerichte kleedkamers. De terreinen aan de Sint-Janshoefstraat in Kuringen-Heide werden in ruil verkocht. De oude voorzieningen worden afgebroken en zullen plaats maken voor een parking voor 74 wagens. De groenbuffer rondom de site blijft echter behouden. En intussen wordt er ook al vlot gebouwd aan een nieuw gebouw op de site van SK Herkenrode in Kermt.
Het sportieve aspect van het plan ligt dus bij zijn collega-schepen El Ouakili. “Ik denk dat de afgelopen jaren iedereen heeft kunnen zien dat we het echt menen met onze sportclubs”, zegt hij heel overtuigd. “Samen met collega Tom Vandeput zijn we een jaar of drie geleden gestart met de uitvoering van het voetbalplan. We zagen daarbij dat er voor verschillende Hasseltse clubs nog heel veel moest gebeuren.”
In het geval van Sporting was het de kunst om de juiste manier te vinden om weer aan te sluiten bij het mooie palmares uit het verleden. Investeren in de jeugdinfrastructuur vindt de schepen een logische stap: nu beginnen opbouwen om later te oogsten. Hij is blij dat de club zelf intussen al hard werkt om de jeugdopleiding op een hoger niveau te brengen, en had daarom weinig moeite met de investering in degelijke infrastructuur. “Op zijn zachtst gezegd, aan dat laatste ontbreekt het vandaag. De infrastructuur was voorhistorisch.”
Intussen heeft de stad wel al – uit noodzaak – ingegrepen en het huidige stadion rondom het A-terrein toegankelijk te houden. “We hebben de afgelopen jaren al geïnvesteerd in het hoofdstadion hier om het veilig te krijgen. We hebben een aantal maatregelen genomen om toeschouwers te kunnen binnenlaten. Nu gaat het over een infrastructuur voor de jeugd zodat een natuurlijk proces op lange termijn de club kan terugbrengen tot waar ze ooit geweest is. Ik ben blij dat het huidige bestuur ook die focus legt.”
Die focus op jeugdvoetbal is onderdeel van een groter toekomstplan van de voetbalclub. Dat erkent voorzitter Bart Casters ook probleemloos. Maar hij kijkt liever naar de toekomst van de club dan naar wat er vorig jaar gebeurde. “Ik denk ook dat het de start is van de nieuwe toekomst van Sporting Hasselt. En dan heb ik hiet alleen de huisvesting van de jeugdspelers.” De jeugdopleiding zal in de nieuwe lokalen onder andere gaan gebeuren via video, vertelt de voorzitter verder nog. “We gaan jongeren via video leren hoe ze het spel beter kunnen spelen, gecombineerd met het spel op het kunstgrasveld.”
Verder denkt hij ook aan uitgebreide samenwerking met clubs uit de omgeving, want ook dat kan volgens hem alleen maar een betere voetbaltoekomst opleveren. “Wij zijn ook fel geïnteresseerd in de jeugdwerking van andere clubs, want wij willen de beste jongeren uit Hasselt hier laten voetballen en doorstromen naar onze eerste ploeg. Maar omgekeerd kunnen degenen die dat niveau net niet aankunnen, ook verder genieten op bijvoorbeeld provinciaal of gewestelijk niveau.”
De accommodatie van Sporting zal ook openstaan voor scholen of andere clubs, indien de planning dat toelaat. De site Runkst krijgt ook een opwaardering en met Sint-Lambrechts-Herk staan ook grote plannen op stapel. Op termijn zal Sporting over minstens twee kunstgrasvelden beschikken. En het C-terrein zal worden opgehoogd.
“De tijd dat verenigingen en besturen tegenover mekaar stonden, is voorbij”, meent voorzitter Casters. “Dat is niet meer van deze tijd. Het zijn moeilijke tijden voor iedereen, budgetten worden langs alle kanten gevraagd. Dus het is begrijpelijk dat een bestuur daar heel zorgvuldig mee omspringt. Maar ik heb bij dit bestuur gemerkt dat als er duidelijke aanwijzingen zijn dat investeringen noodzakelijk zijn – zoals de recente herstellingswerken hier – dat men daar wel toe bereid is. Met deze investering kunnen wij de volgende jaren onze doelstellingen realiseren, en daar gaat het om.” (ds)