Het H-net, het Hasseltse stadsnet van openbaar busvervoer, krijgt na 20 jaar een opfrissing. Daarom trekken enquêteurs van De Lijn deze week woensdag, donderdag en vrijdag de straat op om aan de Hasselaar te vragen hoe het net beter kan worden.
In winkelstraten, aan bushaltes of op de markt, plaatsen waar veel volk samen komt, kunnen inwoners van Hasselt suggesties geven om het stadsnet beter te laten aansluiten bij de noden van vandaag. Het H-net ontstond 20 jaar geleden als gratis en gemakkelijk vervoermiddel in de binnenstad van Hasselt, waar toen de Groene Boulevard werd aangelegd. Het bleef gratis tot 2014 maar zorgde wel voor een enorme groei van reizigersaantallen. Gemiddeld stappen per dag zo’n 12.500 mensen op een bus van het H-net.
In de afgelopen 20 jaar is Hasselt echter gegroeid. Ondanks de kleine aanpassingen en bijsturingen die in de tussentijd werden doorgevoerd, bleef de basisstructuur van het H-net al die tijd echter dezelfde. Er waren dus al de klantenreacties, contacten met scholen, met handelaars en horeca, met bedrijven en natuurlijk ook de ervaringen van de buschauffeurs zelf die leidden tot kleine wijzigingen.
Nu willen zowel Stad Hasselt als De Lijn dus een tandje bijsteken en werk maken van een H-net 2.0. “Het is tijd geworden om het net weer eens onder de loep te nemen omdat er op allerlei vlakken wel wat evoluties geweest zijn, bijvoorbeeld woongebieden”, legt Heidi Roubben, directeur van De Lijn Limburg uit. “Met kleine aanpassingen aan ons huidige net kunnen we die niet altijd opvangen. Wij kunnen niet zomaar dingen ombuigen naar iets anders. Daarom hebben we nu beslist om de hele zaak eens te herbekijken. Verbindingen van deelkernen onderling, betere ontsluiting van park&rides, dat soort dingen willen we meenemen als we het vernieuwde net uittekenen. We gaan dan ook kijken naar de manier waarop we nieuwe woonkernen of uitbreidingsgebieden gaan ontsluiten. De nadruk blijft wel liggen op woon-werk en woon-school. Het is zeker niet de bedoeling om klanten vandaag in de kou te zetten. Integendeel, een ruimer aanbod voorzien en meer klanten aantrekken, daar willen we naartoe.”
Hasselts schepen van mobiliteit El Ouakili ondersteunt de hertekening van het stadsnet volledig. “Het is belangrijk dat de Hasselaren de kans krijgen om aan te geven wat voor hun de kwaliteiten van een efficiënt stadsnet zijn. Als stad willen we dat het nieuwe H-net rekening houdt met die noden. Er zijn woonuitbreidingsgebieden, er zijn de deelgemeentes, je moet vandaag telkens vanuit een deelgemeente naar het station komen en dan naar een andere deelgemeente, dus willen we ook kijken of we dat kunnen optimaliseren. Het aantal bussen in de binnenstad is nog een vraag: vandaag zijn er drie lijnen die het centrum inrijden, maar moet dat nog?” Zeker in het kader van de toekomstige werken op de Grote Markt en de Havermarkt moet dit sowieso bekeken worden. “We willen ook inzetten op elektrische, groene bussen. Tenslotte hebben we ook aan De Lijn gevraagd om het gratis parkeren aan de buitenrand te stimuleren, want als er een parking is waar geen bus passeert, dan ken je meteen het succes van die parking.”
Er is echter ook nog zoiets als budget voor het hele stadsnet. Noch De Lijn noch Stad Hasselt hebben momenteel geld op overschot om een ‘ideale oplossing’ uit hun hoed te toveren. Meer bussen, hogere frequenties, latere ritten… Van al die noden zijn beide partijen zich bewust, maar daar is gewoon geen geld voor. “Het moet een budgetneutraal verhaal blijven”, antwoordt Heidi Roubben. Wie goed naar haar woorden luistert, hoort aan haar stem dat ze eigenlijk wel meer zou willen, maar dat financiële beperkingen nu eenmaal de krijtlijnen van het toekomstige plan bepalen – de harde cijferrealiteit van openbaar vervoer in Vlaanderen anno 2017. “We gaan proberen om er al het mogelijke uit te halen. Maar of dat bijvoorbeeld frequentieverhoging is, durf ik nu niet te zeggen. Ik denk dat we blij mogen zijn als we de kernen beter kunnen ontsluiten, of attractiepolen. Met datzelfde budget ook nog frequentieverhoging doen, lijkt mij iets te optimistisch. Ik zeg niet dat alles 100% gaat opgelost geraken. We hebben maar de middelen die we hebben.”
Nochtans kondigde Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts onlangs aan dat hij bijna zes miljard euro, een gigantisch groot bedrag, gaat investeren in mobiliteit in Vlaanderen. Meer dan 800 miljoen noemde hij daarbij als extra middelen voor openbaar vervoer. “Ik heb nog geen weet van extra budget dat naar Limburg komt om dat soort dingen op te lossen”, reageert Heidi Roubben.
Dus helaas, mocht u willen voorstellen om de H-bussen opnieuw gratis te maken, spaar dan die moeite. Beide partijen blijven voorlopig met de knieën op de kist zitten omdat ze niet anders kunnen. Dat blijkt ook als schepen El Ouakili het heeft over zijn ‘last mile’-ambities, het laatste stukje verbinding tussen de randparkings en het centrum van de stad. “Zorgen voor goede ontsluiting van die parkings via openbaar vervoer is belangrijk, dus er moet voldoende aanbod zijn. Langs Parking Hawaï passeert om de 7 minuten een bus. Als het H-net herbekeken wordt, dan zijn park&rides heel strategische plekken. Als blijkt dat we nog extra moeten inzetten daarop, dan wil ik dat na deze evaluatie zeker bekijken.” (Dit antwoord is de verkorte versie, want het hele antwoord leek eerder op een rit met de H-bus vanuit bijvoorbeeld Stevoort tot het centrum – met heel veel kronkels en omwegen dus…) De schepen wil alleszins opties openhouden naar de toekomst. “We willen kijken of er een kans is om met de huidige lijnen die parkings te laten aansluiten. Gratis vervoer willen we bestuderen. Als het haalbaar is, moeten we dat zeker binnen onze ambities rond duurzame mobiliteit kunnen verdedigen. Maar vandaag is daar geen budget voor. Als we dat willen doen, zal het voor de volgende legislatuur zijn.”
De enquêteurs kom je op 29, 30 en 31 maart onder andere tegen aan het station van Hasselt (woensdag), in de winkelstraten en op de markt (vrijdag). Hun locaties liggen echter niet vast, zij volgen als het ware de mensenstroom. Stad Hasselt had ook nog de mogelijkheid bekeken om op haar website een discussieplatform te openen waar een week lang elke weekdag een ander openbaar vervoerthema aan bod komt, vergelijkbaar met het platform over Kapermolenpark. Dat plan is echter in de koelkast gestoken omdat de stad pas heel recent het participatieplatform ‘stadsbreed’ heeft aangekocht en er onvoldoende tijd was de nodige software-aanpassingen te doen in functie van deze bevraging. De stad stelt de enquête van De Lijn wel digitaal ter beschikking via haar website.
“Het streefdoel is om de nieuwe versie voor het einde van dit jaar te implementeren”, geeft Heide Roubben tot slot nog mee. “Als onze interne oefening is afgewerkt, moeten we uiteraard ook nog met de stad overleggen. Dan bekijken we samen een haalbare timing.” (ds)