Op het Hasseltse fietsactieplan kan een opvallend punt doorstreept worden. Gisteren werd de eerste fietsstraat officieel ingehuldigd tijdens de autoloze zondag. Daarmee is een voorrangsroute voor fietsers gecreëerd die van oost naar west de binnenstad doorkruist. Auto’s zullen in deze straten voortaan tevreden moeten zijn met een tweederangsrol.
In september 2016 vond de Stad Hasselt een aantal fietsambassadeurs na een geslaagd fietscongres. Het stadsbestuur wil immers nadrukkelijker de kaart van de zwakke weggebruiker trekken in de binnenstad zonder echter de gemotoriseerde vierwieler helemaal te verbannen. De inrichting van fietsstraten was één van de 52 fietsactiepunten die uit de brainstormsessie en een rondvraag bij fietsende inwoners naar voren kwam.
“Eigenlijk vormt onze eerste fietsstraat meer een fietsas, want in verschillende aaneengesloten straten brengen we markeringen en signalisatie aan die er de fietser voorrang geven op alle gemotoriseerd verkeer”, verduidelijkt schepen van mobiliteit Habib El Ouakili. “De eerste fietsas loopt van het oosten van onze binnenstad naar het westen, van de Dorpsstraat tot de Meldertstraat. De straten die er deel van uitmaken zijn – naast dus de Dorpsstraat tot de Meldertstraat – de Minderbroedersstraat, Paardsdemerstraat, Raamstraat, Zuivelmarkt en Badderijstraat.” De automobilist kan in deze straten niet over de grote rode vlakken heen kijken. Enkel in de Badderijstraat en in de Raamstraat vind je die wegmarkeringen niet omwille van de kassei-ondergrond.
Eindelijk volgens sommigen, helaas volgens anderen heeft de stad intussen de eerste fietsstraat gerealiseerd, al duurde het nog iets meer dan een jaar om zover te geraken. De eerste plannen en uitspraken over dergelijke straten dateren immers al van kort na het fietscongres. De motivatie is echter nooit veranderd, herhaalt de schepen voor de zoveelste keer. “Wie onze binnenstad een beetje kent of er zelf al heeft gefietst, kent het gevoel allicht. Door de kleine straten en het gemixt verkeer, voel je je als fietser snel onder druk gezet wanneer er achter jou een auto opduikt. Met de aanleg van onze eerste fietsstraat willen we daarmee komaf maken.”
Nog voor het einde van het jaar wil het bestuur een tweede, gelijkaardige route aanleggen, via de Isabellastraat en de Dokter Willemsstraat richting Havermarkt. En volgend jaar komen de resterende straten in het centrum gefaseerd aan bod, zodat de hele binnenstad uiteindelijk één groot fiets- en voetgangersgebied wordt – waar, nogmaals, gemotoriseerd verkeer toegelaten blijft, maar geen voorrang meer heeft op de zachte weggebruikers. Ook andere straten dichtbij het centrum die omwille van hun beperkte breedte gevaarlijk kunnen zijn voor fietsers, krijgen dan dezelfde behandeling. De Spoorwegstraat in Runkst noemt schepen El Ouakili daarbij als voorbeeld.
Burgemeester Nadja Vananroye is ook blij met de nieuwe maatregel. “Als smart city zijn we ons bewust van de positieve invloed die duurzame mobiliteit heeft op de leefbaarheid van een stad. Hasselt heeft dan ook de ambitie om uit te groeien tot een toonaangevende fietsstad in Vlaanderen en ver daarbuiten.”
(lees verder onder kader)
De term ‘fietsstraat’ geraakte via een koninklijk besluit (KB) van 10 januari 2012 in de wegcode. Het was echter wachten tot het einde van dat jaar en een apart KB alvorens ook de bijhorende verkeersborden een officiële status kregen. Sindsdien experimenteren al heel wat gemeenten met het principe waarbij “een straat wordt ingericht als fietsroute waar specifieke gedragsregels gelden ten aanzien van fietsers, maar waarop motorvoertuigen zijn toegestaan.”
“Op een fietsstraat heeft de fietser voorrang op de wagen en de vrijheid om de hele rijweg te benutten”, licht El Ouakili toe. “Het is als het ware één groot fietspad waar de autobestuurder te gast is, maximum 30 km/uur mag rijden en een fietser niet mag inhalen.”
Alle begin- en eindpunten van deze fietsstraten worden aangeduid met verkeersborden en een rechthoekig symbool van een fietsstraat op de grond. Ter hoogte van elk kruispunt ligt een rode strook van 8 meter met daarop in een cirkel het symbool van een fietsstraat. Zo merkt een bestuurder die met zijn wagen vanuit een zijstraat de fietsstraat opdraait, dat de fietser er voorrang heeft. Tussenin worden witte fietssymbolen op de grond geschilderd die de fietsers moeten leiden.
Onderlinge hoffelijkheid
De leefbaarheid die het stadsbestuur nastreeft, zal bij elke weggebruiker – zowel automobilist, fietser als voetganger – een mentaliteitswijziging vergen over wie in welke straten voorrang heeft. Nochtans wordt het op termijn heel duidelijk, volgens schepen El Ouakili. “Van het ogenblik dat je ergens op de Groene Boulevard linksaf wil slaan, het centrum in, dan ben je als automobilist je prioriteit kwijt.” Hij vermeldde daarbij terloops studies over aanpassingen aan de Groene Boulevard die momenteel uitgevoerd worden, al vond hij het te vroeg voor verdere details.
In de toekomst krijg je in de Hasseltse binnenstad met andere woorden een vrij eenvoudige en logische rangorde: in de voetgangerszone (binnen de verzinkbare paaltjes) regeert de voetganger, komt de fietser op de tweede plaats en gemotoriseerd verkeer (met de juiste vergunning) op de derde plek. De straten rond de voetgangerszone – de nieuwe en toekomstige fietsstraten m.a.w. – behoren grotendeels toe aan de fietsers. Daar blijft de auto welkom in een ondergeschikte rol en zijn de voetpaden de veiligste plek voor wandelaars. Pas op en buiten de Groene Boulevard tenslotte geldt de traditionele voorrang voor gemotoriseerd verkeer.
Onderlinge hoffelijkheid zal dus de boodschap zijn. Niet alleen de automobilist zal zich moeten aanpassen, ook de fietser én de voetganger moet met zijn nieuwe plaats leren omgaan. De politie zal volgens de schepen toezicht houden en handhaven waar nodig, maar hij is ervan overtuigd dat met de tijd alles in de juiste plooien zal vallen.
Al meer dan twintig jaar probeert het Hasseltse stadsbestuur in zijn opeenvolgende samenstellingen de auto terug te duwen uit de stadskern – niet weg te duwen, maar aan de leiband te leggen. Zelden of nooit gebeurde dat drastisch, maar eerder met kleine heupschokjes. Hasselt háát de auto niet, dat zou een verkeerde perceptie zijn. Maar de stad groeit en het bestuur vraagt zich enkel af of élke auto nog wel in het centrum moet komen en élke beweging van punt a naar punt b er op vier wielen moet gebeuren. (ds)
Promofilmpje van Stad Gent over hoffelijkheid tussen weggebruikers in de binnenstad, gemaakt in 2014 op het ogenblik dat de eerste voorzichtige maatregelen genomen werden in wat later het Gentse circulatieplan werd.