Via een brief gericht aan NMBS-topvrouw Sophie Dutordoir pleit het stadsbestuur van Hasselt voor “een structurele IC-verbinding tussen Hasselt en Antwerpen met een aantrekkelijke reistijd” vanaf eind 2020. Reizigersorganisatie TreinTramBus, provincie Limburg en de steden Antwerpen en Diest ondertekenden mee het pleidooi, omdat zo’n snellere en meer frequente verbinding tussen de twee provinciehoofdsteden alleen maar winnaars kan opleveren.
“Sinds het vervoersplan van 2014 is het treinaanbod tussen Hasselt en Antwerpen erg onaantrekkelijk geworden. In de daluren nemen de rechtstreekse treinen na die aanpassing niet meer de kortste route,” schetst Stefan Stynen, voorzitter van TreinTramBus, de achtergrond bij het initiatief. De reiziger die buiten de spitsuren in Hasselt vertrekt, heeft vandaag drie keuzes: ofwel neemt hij de langzame route via Mol met een oudere en minder comfortabele dieseltrein, ofwel de optie met een overstap in Aarschot – met alle aansluitrisico’s van dien – of tenslotte met een ommetje via de luchthaven van Zaventem en Mechelen. Tijdens elke spits zijn er telkens twee directe verbindingen die Aarschot overslaan, waardoor de reistijd iets ingekort kan worden.
“Reizigers zijn ruim anderhalf uur onderweg voor een afstand die in vogelvlucht 78 kilometer bedraagt”, berekende Stynen. “Omgerekend is dat een commerciële snelheid van amper 50 kilometer per uur. Dat is geen alternatief.” Hij begrijpt daarom wel dat mensen geneigd blijven om toch maar in hun auto te stappen en ondanks alles de files te trotseren, al is hij uiteraard voorstander van alternatief vervoer.
De noodzaak om de verbinding anders en vooral sneller te organiseren is nochtans duidelijk zichtbaar, meent Hasselts burgemeester Nadja Vananroye, en wel om twee verschillende redenen. “Gekeken naar de verkoop van losse tickets in het Hasseltse station blijkt Antwerpen de tweede populairste bestemming, na Brussel”, licht ze de eerste reden toe. De vraag naar een performanter aanbod komt dus duidelijk vanwege de treingebruikers zelf. “Tel daarbij de pendelaars met een abonnement en reizigers die een rittenkaart (zoals GoPass) gebruiken, dan wordt de nood aan een snelle verbinding alleen maar duidelijker”, benadrukt ze.
Peter Meukens van TreinTramBus schetst de negatieve evolutie van de verbinding tussen Hasselt en Antwerpen aan de hand van zijn eigen ervaring. “Al dertig jaar pendel ik naar Antwerpen vanuit Hasselt. In het begin duurde die reis 49 minuten, mede omdat de trein toen in feite nergens stopte. Vandaag duurt de snelste rit 98 minuten, gewoon het dubbele.”
Meukens geeft ook een voorbeeld van hoe ontsluiting en een snellere verbinding mensen op relatief korte termijn de switch laten maken van auto naar trein. “Toen (in 2006) de bocht naar Leuven op de verbinding richting Brussel in gebruik genomen werd, stonden de perrons in Hasselt plotseling propvol”, herinnert hij zich. “Een snelle verbinding heeft dus onmiddellijk een positief effect.”
Als tweede reden geeft burgemeester Vananroye de economische en duurzame leefbaarheid, niet alleen in en rond Hasselt, maar ook tot ver daarbuiten. “Het gaat hier over het goed van heel de provincie. Als we een welvarende provincie willen blijven, dan zullen we toch onze mobiliteit moeten aanpassen.” Ze ziet in de versterkte treinverbinding tussen de provinciehoofdsteden een belangrijk middel om de verkeersknoop rond haar stad te ontwarren. Maar niet alleen daar, trouwens. “Willen we auto’s van onze Groene Boulevard, maar ook van de E313 of de Antwerpse Ring houden, zijn performante treinverbindingen tussen steden onmisbaar.”
Dat laatste is volgens Peter Meukens een heel belangrijke reden waarom Antwerps schepen van mobiliteit Koen Kennis het initiatief steunt. “Vorige week sprak ik hem nog hierover”, vertelt Peter. “De schepen reageerde door te zeggen: ‘Hoe meer treinen naar Antwerpen, hoe liever!'” En dat is volgens Meukens de juiste houding. Want de toekomstige Oosterweel-werken rondom Antwerpen gaan zich ook tot in Limburg laten voelen, voegt Stefan Stynen eraan toe. “Daardoor vermindert de capaciteit op de Ring van Antwerpen en zou het aantal wagens er met 30.000 moeten afnemen.” Hij bedoelt daarmee “om niet helemaal stil te staan”.
De combinatie van die twee aspecten zou NMBS dus moeten overtuigen om dit bovenstedelijke of zelfs bovenregionale probleem te counteren. “Dit overstijgt inderdaad de grenzen van onze stad”, vindt burgemeester Vananroye. “Het Hasseltse station is het knooppunt voor reizigers uit heel de provincie. Wekelijks nemen 42.000 mensen hier de trein.” Hetzelfde gebeurt volgens Stefan Stynen in Diest, als centraal knooppunt in het Hageland.
“Maar pas door krachten te bundelen, kunnen we echt iets in beweging zetten”, menen de drie aanwezige initiatiefnemers. “Sophie Dutordoir heeft sinds haar aanstelling bewezen dat ze de Hasseltse en bij uitbreiding de Limburgse reiziger serieus neemt”, voegt Vananroye eraan toe. Als bewijs daarvan vertelt ze dat het schepencollege heel binnenkort de bouwvergunning zal afleveren voor de geplande perronverhogingen en renovatiewerken aan het station van Hasselt. Daarvoor heeft Dutordoir zestien miljoen euro toegezegd. De werken zouden dan kort na de goedkeuring kunnen beginnen aan de kant van Runkst. Een precieze datum kon ze echter nog niet geven.
In een korte reactie via mail zet NMBS de initiatiefnemers echter met de voetjes op de grond. “NMBS bekijkt continu hoe ze het aanbod voor haar reizigers kan verbeteren en streeft daar ook voor in Limburg”, antwoordt Dimitri Temmerman, woordvoerder van het overheidsbedrijf. “Dat kan echter enkel als de spoorinfrastructuur, die wordt beheerd door Infrabel, dat toelaat. Voor het treinverkeer van en naar Antwerpen moeten we in Limburg rekening houden met de diesellijn via Mol, maar ook met het goederenverkeer dat gebruik maakt van lijn 35 (via Diest). Door die beperkingen is het niet mogelijk om vanuit Hasselt een IC-verbinding van en naar Antwerpen toe te voegen aan het aanbod zonder het bestaande aanbod te verminderen.”
De investeringsprogramma’s van NMBS en Infrabel die begin dit jaar groen licht kregen van de federale regering, voorzien onder andere de elektrificatie van twee spoortrajecten in Limburg, namelijk de lijn Mol-Neerpelt-Hamont en het traject tussen Zonhoven-Balen. De bedoeling zou zijn om die werken in die volgorde uit te voeren en liefst zo snel mogelijk na elkaar. De NMBS heeft er immers zelf baat bij om modern materiaal over meer en langere stukken te laten rijden. Maar de voorlopige plannen (als we dat woord al mogen gebruiken) gaan echter uit van een eindpunt voorbij 2020. Dus de diesellijn waarover de NMBS-woordvoerder spreekt, zal toch nog even blijven bestaan.
Tijdens de grote informatieronde over het aangepaste vervoersplan 2017/12-2020, in het voorjaar van 2017, noemde NMBS het toenemende goederenvervoer op lijn 35 (vanuit Antwerpen via Diest en Hasselt richting Duitsland) al een serieus knelpunt voor het passagiersvervoer over diezelfde lijn. En ze voorspelde tegelijk dat die groei nog wel een aantal jaren kon doorzetten.
“Infrabel kan daarom niet alle rijpaden toewijzen aan NMBS voor personenvervoer”, was de verklaring. “NMBS vraagt aan Infrabel en aan de overheid om de resterende diesellijnen om te zetten (naar elektrische)”, klonk het toen ook heel realistisch uit de mond van onder andere Koen Kerckaert, hoofd van NMBS Transport. “Een investering in de infrastructuur in Limburg is nodig.”
Met veel moeite slaagde de maatschappij erin om voor dat gewijzigde vervoersplan een aantal aanpassingen te realiseren waardoor het totale aanbod moest stijgen vanaf eind 2017, vooral in de weekends. Ook een lagere reistijd, die dichter moet uitkomen bij die van het wegvervoer, was een doelstelling van die aanpassingen in het reisschema. Alleen bleek het voor NMBS “technisch onmogelijk om een rechtstreekse trein naar Antwerpen te behouden.”
Tijdens de ochtend- en avondspits rijden er telkens wel twee piekuurtreinen tussen Hasselt en Antwerpen (via Diest). Op deze treinen zijn nog voldoende zitplaatsen beschikbaar, vermeldt de woordvoerder van NMBS ook nog in zijn reactie.
De toekomstige elektrificatie van de lijn Mol-Hamont moet zorgen voor een “kwaliteitsvolle dienst voor Noord-Limburg naar Antwerpen, als volwaardig alternatief voor de snelbus en de auto via de E313.” Daar is de huidige reiziger die in Hasselt vertrekt richting Antwerpen echter niet meteen mee gebaat. Een tweede, grote spoorontsluiting van de haven van Antwerpen en bijkomende sporen op sommige trajecten kunnen de situatie structureel verbeteren. Maar dan zou er wel heel snel een mirakel moeten gebeuren. Dat beseft NMBS ook trouwens.
De discussie is dus nog niet ten einde. Laten we NMBS daarom eerst de mogelijkheid geven om de hele brief uit Hasselt te lezen. De aangevoerde argumenten zijn zeer stevig en mikken op een win-situatie voor iedereen. Hopelijk – voor de treingebruiker – komen de maatschappij en haar geëngageerde topvrouw snel tot voortschrijdend inzicht.
Laat één ding vandaag alvast duidelijk zijn: een grote regio met twee belangrijke, regionale knooppunten en een stad die in de nabije toekomst onder een gigantische berg wegenwerken zal kreunen, vragen samen een duurzame mobiliteitsoplossing. Ze doen dat heel beleefd zelfs. En ze zijn met velen. Maar voldoende om de huidige patstelling te doorbreken zodat iedereen in beweging blijft? (ds)