Hasselt gaat een gevarieerd straatmuzikaal jaar tegemoet. Een twintigtal muzikanten en artiesten kwamen gisteren naar de openbare auditie die de stad organiseerde. Alleen al door aanwezigheid verdiende elk van hen een vergunning voor een heel jaar.
Wie op straat muziek wil maken, heeft daarvoor een vergunning van de stad nodig. De afgelopen jaren nodigde de schepen van Evenementen geïnteresseerden uit om voor een jury en achter gesloten deuren zich te komen voorstellen. Als de schepen oordeelde dat er voldoende kwaliteit aanwezig was, wandelde de muzikant in kwestie buiten met een vergunning voor drie of zes maanden op zak. Velen kwamen toen echter ook voor niets.
Dat overkwam Erik Debny van The Shovels vorig jaar. Die beslissing veroorzaakte in Hasselt toen een enorme consternatie. Vijf cd’s bracht Eriks band in het verleden uit en ééntje voegde hij daar later solo nog aan toe. In zijn jonge dagen stond hij in de finale van Limbomania en in de halve finale van Humo’s RockRally. “Hij maakt vreemde muziek met anderhalve hoek af”, omschreef dat tijdschrift zijn muziek ooit. Maar de stad gaf hem ondanks die credentials oorspronkelijk toch geen vergunning als straatmuzikant. Een paar maanden later, bij een volgende auditie, kreeg Erik die dan toch. En ook gisteren was hij opnieuw present, trouwens. “Vandaag was hij wel veel beter dan de eerste keer vorig jaar”, aldus de dienst Evenementen.
Vanaf dit jaar wil de nieuwe schepen van Evenementen, Habib El Ouakili, de boel anders aanpakken. Uit een recente Popraad – een overleg- en debatavond tussen alle muzikale organisaties die in de stad actief zijn – kwam het signaal dat de stad in het verleden te weinig deed voor straatmuziek en -animatie. Leg daarnaast het pleidooi van zowel de centrummanager als van de nieuwe schepen voor Economie, dat meer animo en beleving in de binnenstad een absolute must zijn om Hasselt prominenter op de toeristische kaart te zetten; en voeg daar tenslotte ook nog een grotere culturele ambitie aan toe om divers lokaal talent naar boven te halen met als einddoel misschien ooit culturele hoofdstad te worden. Dan is de conclusie snel gemaakt: een andere aanpak is nodig.
“We willen een belevingsvolle, bruisende stad zijn”, licht schepen El Ouakili toe. “Dat gaat niet alleen door toeristen naar hier te halen of shopping te creëren. Straatmuziek hoort daar ook bij. De muzikanten spelen daarom geen auditie meer in het stadhuis, in een gesloten omgeving, waar ik als schepen dan beslis wie mag optreden en wie niet. Over muziek kan je trouwens heel lang discussiëren. De ene vindt jazz fantastisch, de andere hardrock, dus het is allemaal relatief. Een artiest mag je volgens mij niet beperken. Dus waar kan je een straatartiest zijn talenten beter laten tonen dan op straat, zoals we vandaag doen?”
Eén van de juryleden merkte tussendoor ook het verschil op tegenover de vorige audities achter gesloten deuren. “Je ziet duidelijk dat deze muzikanten minder zenuwachtig zijn, omdat ze in hun natuurlijke habitat staan – op de straat. Een heel goede zaak.”
Alles draait dus vanaf nu om kansen te creëren en een straatplatform te bieden waar zoveel mogelijk muzikanten, artiesten of kunstenaars hun ding kunnen doen. “Het gaat niet over goed of slecht, want daar gaan we nooit uit geraken”, verduidelijkt schepen El Ouakili. “Mensen die de moeite doen om vandaag naar hier te komen, die krijgen een vergunning voor een heel jaar. Voor sommigen is het een hobby, voor anderen een grote droom. Daarom zei ik in mijn toespraak dat vandaag voor hen een memorabele dag kan zijn. Misschien kunnen ze ooit zeggen: ‘Hier is het begonnen.’ Want hoeveel artiesten zijn er intussen gegroeid vanaf de straat?”
Ooit, heel lang geleden, stond op het plein voor het centrale station van Amsterdam een jong bandje te spelen. Met enkele vrienden en vriendinnen wachtten we daar op onze bus na een schooluitstap. De rockmuziek die het groepje bracht, klonk écht volwassen en oversteeg heel vlot het straatniveau. Maar vooral de stem van die zangeres is blijven hangen. En ze leek bovendien zo verdacht veel op Anouk…
Uit de aanwezigen maakte een semi-professionele jury intussen een selectie van degenen die op zaterdag 29 juni via een wedstrijd voor een plekje in de Petit Bazar op Pukkelpop kunnen strijden. “Door dat Pukkelpopticket daaraan te hangen, willen we dit straatartiestenfestival nog extra zichtbaarheid geven”, licht de schepen toe. De flyer die de geselecteerden meekregen, vertelt verder dat degene die als tweede eindigt, een waardebon van 100 euro van de stad krijgt. Voor de derde plaats is er tenslotte nog een waardebon van 75 euro.
Waar en wanneer deze winnaar tijdens Pukkelpop zal optreden, staat vandaag nog niet vast. “De organisatie sleutelt momenteel nog volop aan het Petit Bazar-programma”, laat woordvoerder Frederik Luyten ons weten. “Dit initiatief kadert in elk geval binnen de nauwere samenwerking die het festival met de stad Hasselt wil opzetten.” In de wedstrijdjury van 29 juni zal ook één iemand van de Pukkelpoporganisatie zitten, voegt hij eraan toe. Meer informatie over deze samenwerking en alle initiatieven die daarbij horen, geeft Pukkelpop pas later.
Het straatartiestenfestival ‘Muziek in de straat’ zal kaderen in een “Zomer van Hasselt” die momenteel in volle voorbereiding is. De schepen wil op dit moment enkel verklappen dat een resem activiteiten op komst zijn om de zomermaanden te overbruggen. “We willen alles doen op een laagdrempelige, onschuldige manier zoals met deze muzikanten vandaag.”
De vergunning die de straatmuzikanten gisteren ontvingen, kost hen trouwens niks. “We blijven één van de gemeenten waar muzikanten deze vergunning gratis krijgen”, vertelt El Ouakili. “In andere gemeenten, bijvoorbeeld Antwerpen, moeten ze ervoor betalen.” Alleen, muzikanten die zich na vandaag nog geroepen voelen, zullen moeten wachten op de volgende openbare auditie, aldus de schepen. “We gaan deze openbare auditie jaarlijks herhalen. We moedigen iedereen aan om volgend jaar hieraan deel te nemen om hun vergunning te krijgen. Ik hoop dat er volgend jaar dubbel zoveel mensen aanwezig gaan zijn. Er zijn heel wat straten in Hasselt, dus dat kan gerust.”
De meeste artiesten die wij zagen tijdens de auditie, gaan ongetwijfeld elk in hun genre mensen doen stilstaan, al is het maar even. Eéntje, een Hasselaar trouwens, bezorgde ons zelfs kippenvel – voor de liefhebbers, zijn nummer lag in de lijn van het betere werk van Fink (naar ons gevoel toch), en dat vinden we toch wel een referentie. We hoorden verder een bijzonder leuke rockabilly-achtige cover van ‘Icon’ van Daan die ook indruk maakte.
Een andere artiest speelde dan weer een totaal onhoorbaar stukje gitaar – die knappe Gibson had hij wel meegebracht maar de bijhorende Marshall-versterker niet… Bij nog iemand anders bekroop ons dan weer een licht gevoel van plaatsvervangende schaamte – en ons niet alleen, blijkbaar. “Wie gaat hen vertellen dat petanque ook een fijne hobby is?” vingen we als commentaar op. En zelfs naar een accordeonist en een xylofonist keken we geboeid. Enkel vond de dienst Evenementen het jammer dat er geen mime-spelers of ballenkunstenaars opdaagden.
De schepen vatte de essentie van straatmuziek trouwens heel treffend samen: “Als je het goed vindt, blijf je staan kijken. Vind je het niet goed, dan houdt niks je tegen om verder te wandelen.” (ds)