Sinds 9 september rijdt er opnieuw een centrumpendel tot dichtbij de Grote Markt van Hasselt. Het gaat om een minibus die tijdens de duur van de herstellingswerken in de Ridderstraat tussen het station en de Havermarkt pendelt, maar via een aangepast traject. Intussen denkt schepen van Mobiliteit Marc Schepers net zoals De Lijn over kleine elektrische centrumpendels in de binnenstad.
Via dit voorlopig kortstondige proefproject met de kleinere centrumpendel willen zowel de stad als De Lijn uitvissen hoe de verkeersafwikkeling verloopt als de rijrichting wordt omgekeerd in de Cellebroederstraat en op de Havermarkt.
“Tijdens de werken moet de rijrichting in de Cellebroederstraat sowieso omgedraaid worden, waardoor we de kans krijgen dit uit te proberen”, antwoordt woordvoerster Sonja Loos van De Lijn op onze vragen. “Deze regeling blijft dan ook zo tijdens de duur van de werken (in de Ridderstraat). Indien de situatie als positief ervaren wordt, dan zou het zeker kunnen dat deze regeling een meer permanent karakter krijgt, maar daarover is nu nog niets beslist.” Ze spreekt in elk geval van een positief verhaal, maar begrijpt ook dat een en ander momenteel verwarrend lijkt.
De Lijn voorziet een tijdelijke halte op de hoek van de Cellebroederstraat met de Havermarkt, aan de kant van het vroegere gerechtshof. De andere tijdelijke halte ter hoogte van de Maagdendries wordt momenteel niet gebruikt. Die kwam er sinds de plaatsing van een verzinkbare paal op de Havermarkt. De tijdelijke belijning van deze oorspronkelijke vervanghalte is echter nog niet verwijderd.
Sinds 9 september zijn er dus herstellingswerken bezig in de Ridderstraat. Dat was nodig omdat vooral de in- en uitrit van de straat in heel slechte staat was, verklaart schepen van Openbare Werken Laurence Libert. “De bestrating in de Ridderstraat bestaat uit een klinkerverharding. Die krijgt het hard te verduren als gevolg van de draaibewegingen van het autoverkeer en transporten. Hierdoor liggen verschillende klinkers er los.”
“In totaal duren de werken zo’n drie weken”, vertelt schepen Libert verder. “We gebruiken weliswaar snelbeton om de werken te bespoedigen, maar ook dit heeft enkele dagen nodig om voldoende uit te harden.” Tegen einde september zou dus alles achter de rug moeten zijn.
Geen bushalte, wel elektrische busjes?
Bij de start van de heraanleg van de Kapelstraat, in februari van dit jaar, spraken de stad en De Lijn samen nog over een nieuwe bushalte ter hoogte van Le Pain Quotidien, waarbij vier parkeerplaatsen voor andersvaliden naar achter zouden verschuiven ten koste van vier andere. Dat had al einde april moeten gebeuren volgens de oorspronkelijke planning.
“Het vroegere plan om een permanente halte te voorzien op de Havermarkt ter hoogte van Le Pain Quotidien is voorlopig even van de baan”, antwoordt Sonja Loos. “Zowel de stad als De Lijn denken aan de mogelijkheid om op termijn (na de herinrichtingen) kleine, elektrische busjes in te zetten, die dan ook weer tot bij de Grote Markt zouden kunnen komen. Hoe die dan precies zouden rijden of waar bij de markt een permanente halte zou komen, moet allemaal nog bekeken worden.”
Schepen van Mobiliteit Marc Schepers bevestigde afgelopen zondag tijdens de autoloze zondag dat hij gesprekken voert met De Lijn over kleine elektrische busjes in het centrum. Naar eigen zeggen voert hij vooral de druk op om grotere, vervuilende bussen te weren en om over te schakelen op elektrisch vervoer op stadsmaat. Volgens hun meest recente beheersovereenkomst streven De Lijn en de Vlaamse overheid trouwens naar elektrisch busvervoer in alle Vlaamse centrumsteden tegen 2025.
“Ik heb aan De Lijn gewoon duidelijk gemaakt dat ik geen grotere dieselbussen meer wil hebben in het centrum”, vertelt hij. “De Lijn heeft momenteel een aankoopprogramma lopen voor elektrische bussen. En ze hebben het Hasseltse dossier ook meer naar boven gehaald in die stapel, hebben ze mij verteld. Maar natuurlijk moeten we afwachten welke beslissing de nieuwe Vlaamse regering zal nemen. Dus we gaan zien met welke oplossing of welk voorstel zij gaan komen. En als dat niet lukt, dan doen we het zelf”, stelt hij heel kordaat.
Participatietraject over de binnenstad
Schepers wil dus alleszins openbaar vervoer tot in de binnenstad laten rijden, leiden we af uit zijn reactie. Ongetwijfeld zal dit ook een onderdeel vormen van het nieuwe circulatieplan dat hij binnenkort via een participatietraject wil uitwerken.
“De Hasseltse binnenstad bestaat uit heel wat facetten: scholen, winkels, horeca, (lokale) bedrijven… Elke dag is er een grote doorstroom van verschillende soorten bezoekers die elk een ander doel hebben. In dit participatietraject gaan we op zoek naar hoe we iedereen de juiste plaats kunnen geven in de stad”, verduidelijkt de schepen.
Voor hem mogen die gespreksrondes nog dit najaar starten. Hij hoopt nu al dat er heel veel mensen constructief zullen deelnemen aan de moeilijke discussies. Alle pijnpunten zijn daarbij bespreekbaar, maakt hij duidelijk, zolang de ambitie er is om tot oplossingen te komen. “Ik heb alleen een probleem met verzuring”, geeft hij potentiële deelnemers nu al mee als tip.
“Op de volgende autoloze zondag, midden september 2020, wil ik dan niet alleen de tiende Hasseltse deelname vieren”, voegt hij er nog aan toe. “Ik zou die dag ook heel graag zien als het startschot van de toekomstige autoluwe binnenstad.”
Merk op: Marc Schepers gebruikt nadrukkelijk het woord ‘startschot’ en niet ‘eindpunt’ in die uitspraak. Voor hem is het nu al duidelijk dat er tijd overheen zal gaan alvorens elke verkeersdeelnemer zijn nieuwe plek gevonden heeft.
Voorbereiding en lessen
Toch wacht hij geen twaalf maanden met kleinere maatregelen die de Hasselaar moeten voorbereiden op die autoluwheid. Aan de Persoonstraat kwam er recent een verzinkbare paal bij, en heel binnenkort gebeurt hetzelfde aan de Minderbroederstraat en aan de Dorpstraat. In eerste instantie worden deze gebruikt voor respectievelijk de schoolstraat en de flaneerstraat. Maar stelselmatig kan het gebruik meer worden uitgebreid naar onder andere evenementen.
Over de voorbije autoloze zondag drukte Marc Schepers zich in elk geval heel tevreden uit op Twitter. “Ik hoop dat iedereen ervan genoten heeft! … Hasseltse topeditie! Dat smaakt naar meer!”
Tussendoor geeft de schepen toe dat de stad intussen lessen trekt uit de “minder goede communicatie” die er onder andere over het traject in Kuringen was, de voorbije zomer. Hij wil rekening houden met diverse opmerkingen van bewoners in de proefopstellingen die er sowieso gaan komen volgens de uitgewerkte planning. “Het zijn juist proefopstellingen waaruit we gaan leren wat werkt en wat niet”, meent hij. “Dus ik vind dat we die sowieso moeten doen. Ook als blijkt dat er iets niet werkt, willen we dat weten.”
Schepers denkt er bovendien over om op korte termijn een externe partner met solide participatie-ervaring in huis te halen om zowel de komende als de lopende trajecten te verbeteren. Gaandeweg zou daaruit dan binnen de stadsdiensten een eigen participatiecel kunnen groeien die haar eigen expertise kan ontwikkelen en toepassen op latere trajecten. (ds)