Hij trad om acht uur al op als eerste zaterdag-headliner om een paar uurtjes toerbustijd te winnen richting Zuid-Frankrijk. Vandaar die rare en misschien omgekeerde volgorde van de affiche: eerst Arno, dan Het Zesde Metaal, dan Meuris. Over rechtmatige troonsvolgorde spreken we ons daarbij niet uit.
‘Ask me to dance’ legde meteen de lat hoog. Een pletwals van een sound daverde doorheen het hele centrum en zou daar gedurende een uur niet verdwijnen. ‘Que Pasa’ onmiddellijk erna heb ik nog nooit horen klinken zoals vanavond, en geloof me, dat zijn intussen al heel wat keren.
Arno een oude man? Daar was zaterdagavond in Genk alleszins weinig van te merken. Ja, misschien heeft hij na al die jaren op de teller wel een half uurtje nodig om op temperatuur te komen. Maar eens voorbij dat punt kwamen de grapjes, de moves en zelfs échte interactie met het publiek. Iemand op de voorste rij kreeg bijvoorbeeld een flesje water van hem, voor zichzelf schonk hij een glas rode wijn. Een koning mag dat.
‘Living on my instinct’ was misschien het minst goede nummer uit het hele optreden, enkel omdat het net té plat rechtlijnig klonk. Dat nummer heeft toch wel enkele nuances die iets beter kunnen uitgewerkt worden. Dus, Arno, mocht het inderdaad om een repetitie gaan, noteer dat dan even als werkpuntje. Er is nog tijd. En relativeer ‘minst goed’, wil je?
‘Meet the freaks’, het openingsnummer van dat ene bizarre zijproject met The Subrovincks, kreeg de meest vettige slidegitaar-intro die iemand zich kan voorstellen. Lang uitgesponnen, de perfecte soundscape bij een film noir die zich volledig afspeelt in de grauwe moerassen van Louisiana.
“Fuck the brexit, leve de moslims” was de aankondiging van ‘Les filles du bord de mer’. Het nummer kreeg ook al zo’n schandalig zalige accordeon mee. Dit klonk als een rauwe straatversie, zoals die gespeeld wordt in een ranzige nachtclub waar de barman om half zes ’s ochtends de zweetvlekken onder zijn oksels als parfum interpreteert. Het was na een uur wel het einde van de reguliere set.
‘Bathroom Singer’ had als eerste bis ook al zo’n smerig strak en rauw demogeurtje, alsof het nummer een platenjongen moet tonen wat de band allemaal kan. ‘HaHa’ tenslotte, dat immer maf klinkende nummer uit TC Matics derde album ‘Choco’ was een vette afsluiter van één van de allerstrafste concerten die ik ooit van Arno zag. Ooit, sinds 1985 bedoel ik dan.
‘Je veux nager’, Oh lalala’, ‘The Parrot Brigade’ (zó strak, jongens toch!), ‘Vive ma liberté’ en ‘Putain’ waren de obligate aanwezigen in de setlist. Het tempo lag hoog, volgens de eigen geluidsman: normaal had de hele set inclusief bissen acht minuten langer moeten duren…
Bij deze dus een algemene waarschuwing aan het publiek: Tjens Matic wordt een serieuze storm dit najaar, dat is Arno’s nieuwe project dat langs diverse podia zal trekken. Afgaande op vanavond lijkt het alsof hij wil beginnen waar TC Matic in 1986 stopte. De energie van toen blijkt al die tijd in een vergeten flightcase te hebben gezeten, en werd (gelukkig) recent teruggevonden. Op het podium stond zaterdagavond simpelweg een stel jonge honden die het nog helemaal willen maken. En tegelijk een generale repetitie hielden voor dat nieuwe project. Van die indruk kon ik mij toch niet helemaal losmaken.
Tijdens het concert vroeg ik aan iemand van de artist catering die toevallig langs mij stond, wat ze op het bord van Arno had gelegd. Antwoord: “Hij heeft nog niet gegeten, want hij kwam pas laat hier aan…” Honger. Dat zal het geweest zijn. (ds)