‘Busy Man’ heet de nieuwe Millionaire, niet meteen representatief voor een hectisch tourschema voor de band, of een state of mind die zo vol zit dat Tim Vanhamel er niet meer goed van is. Nee, eerder een reflectie over de moderne mens, zoals Tim even uitlegt als we hem in de coulissen tegenkomen. “Het valt wel een beetje op zijn plaats nu”, lacht hij. “Ik heb het best wel druk, maar het gaat eerder over de moderne mens, die zo druk is, ‘druk druk druk’ eh. Letterlijk.”
Vanhamel oogt best kalm en projecteert een zekere ernst die ik niet meteen van hem gewoon ben. Is dit ouder worden in de rock’n roll? Hij lacht. “Misschien ergens wel, maar ik ben ook bijna veertig weet je, en dan ga ik me niet meer echt als een puber gedragen, enfin ik denk dat toch.” Een minzame glimlach dit keer.
Het verhaal van de plaatopname kent u intussen, maar toch is het een beetje raar dat die band zo plots weer samenkomt. “Echt?” klinkt hij oprecht verbaasd. “Weet je, ik ben die tien jaar (tussen de ‘split’ van Millionaire en nu, nvdr) ook nooit gestopt met muziek te maken, toch? Al die projectjes en zo. Maar ja, ik weet ook niet hoe die dingen gebeuren. Ik moet toegeven: voor ik er echt erg in had, stonden we hier gewoon terug. Niet erover doordenken en zo, het was echt zo plots van ja, boem, het is zo, hier zijn we weer.“
Hij heeft dan een voordeel, vinden we. Na tien jaar werd Millionaire eigenlijk gewoon terug opgepikt door pers en publiek alsof ze nooit weggeweest waren. Als je van minder goede huize komt, is dat niet zo evident. “Ik maak ook al twintig jaar muziek: Broken Glass Heroes, solo met Welcome to the blue house, Magnus en al die andere dingen die ik nu even niet oplijst, dus misschien kan dat wel wat verklaren.“
BR: Met al die projecten in het achterhoofd, hoe belangrijk is Millionaire dan voor jou?
“Oh, Millionaire is mijn groep, mijn band, mijn expressie, allez, mijne groep, net zoals Kevin Parker Tame Impala heeft, Tom Barman Deus, enfin, de core, the prime hè.”
BR: Trouwens, over Deus gesproken, word jij de nieuwe gitarist?
(Beslist) “Neenee, toch niet.” Hier lacht hij niet, maar is hij bloedernstig. Als we dan na een toch wel opvallende stilte vragen of er überhaupt over gesproken is, knikt hij uiteindelijk wel. “Ja, al jaren geleden.” Maar daar stopt verdere commentaar. Als we dan refereren naar Magnus, een project dat ons leek te stoppen, en verklaren dat het een logische redenering zou zijn dat hij dan zou ‘uitvloeien’ naar Deus, lacht hij terug. “Magnus stopt niet, we spelen volgende maand nog op Linkerwoofer in Antwerpen.”
BR: Dat is dan het laatste optreden of …?
“Uh, nee, voor dit jaar toch, en dan ga ik zwijgen,” lacht hij. “Er zijn misschien nog wel leuke dingen die eraan komen maar uh… jah, daar kan ik nog niet veel over kwijt.”
Onze interesse is alvast gewekt. Magnus is een van die heerlijke dingetjes die soms zomaar in de geschiedenis van de Belgische popmuziek opduiken. Het toch niet ter ziele gaan ervan klinkt dan ook als bijzonder goed nieuws.
Voor deze avond op Rock Herk mag het iets speciaals worden vonden we. “Ja”, klinkt het resoluut, “dat is ook zo. We gooien sowieso de hele set op en hebben een paar verrassingen mee. Zo staat straks Clara Klein mee op het podium.”
Straks, dat is na Dinosaur Jr, een uh ‘classic’, al is dat wat onrespectvol, toch? J. Mascis die zelfs even wil bewegen tijdens de set… Al is het even wachten eer de vlam erin komt. Herk wacht respectvol af. Dit zijn immers halve goden die hier in de vroege vooravond op de mainstage staan. Pas bij ‘The Wagon’ mag alles los en laat Barlow geen spaander meer heel van subtiel gebas. Mascis’ zeurderige stem contrasteert lekker met zijn bij wijlen heerlijk freaky gitaarspel. Bij ‘Freakscene’, heel laat in de set mogen de duivels de wijwatervaten in en is het terug nineties. Fijne gig, die net iets te laat ontvlamde in een toch wel lekker gevulde gig.
Brutus, zagen we tussendoor even. Helaas iets te kort om vast te mogen stellen of Stephanies stem heerlijk door haar eigen geluidsmuur kon breken.
Maar Rock Herk telt twee dagen, en net die tweede dag staat fijn spul op dat podium – het grote dan. Het kleine huisvest ook lekker spul zoals Iceage, en een bijzonder fijne Ignite bijvoorbeeld, maar let’s focus op Whispering Sons in eerste instantie. Belgen, met een ragfijn eighties gevoel. Jongelui met een voorliefde voor duistere dingen van een aantal decennia geleden. Denk This Mortal Coil’s ‘Sixteen days’ of ‘Gathering dust’ , het b-kantje van het fabuleuze ‘Song to the siren’ – dat toen al vreemde project van Ivo Watts Russel. Denk aan dat gitaarlijntje in die song en je hoort Whispering Sons er een actualisatie van geven. Meteen al tijdens opener ‘Alone’ gaat de kiekenvleesmachine aan. Fenne Cuppens’ stem grijpt je bij de enkels en hangt je gedurende drie kwartier ondersteboven aan een waslijn vol zwarte gewaden. Ze scoorden toch ook al weer even geleden en niet voor niks een hoge plek op op Humo’s Rock Rally. Toen nog wat vreemd, omdat je zoiets niet meteen verwacht van een stel jonge honden. Heel aantrekkelijk is het feit dat ze die sound van ‘toen’ helemaal naar hun eigen hand zetten, zonder daarom het geheel te laten inboeten aan impact. Het tegendeel is waar, ze versterken alles waar dit soort dingen voor stond in de tijd dat bepaalde dieren nog konden spreken. Songs als ‘Performance’, ‘Skins’ of ‘Strange identities’ bijvoorbeeld werpen gitaarbarrières op waar geen mens nog doorheen geraakt. Pure onderwerping , niks meer of minder. Whispering Sons is een band die je gewoon, mocht je ze nog niet kennen, moet onderzoeken. Ondergaan. Een beetje heaven and hell en vooral iets wat flink lang blijft hangen. Ze gaan touren in het najaar, door Europa, maar je ziet ze ook in dit land nog een paar keer. Op Absolutely Freefestival in Genk bijvoorbeeld.
Nog zo’n sticky band staat na Meuris (overigens weer bijzonder fijn op Rock Herk) magie te spuwen op de mainstage. The Sheila Divine, nog eens samen in dit project, want Aaron Perrino heeft er wel meer. Het lijkt even op de zaak helemaal murw slaan en inpakken, maar dan wel met hart en ziel. De set vliegt bijzonder snel voorbij, met zelfs een Dear Leader nummer of twee, helaas niet ‘Red Rage’ dat mijn bloed wel eens wil laten koken. “Ow, is dat je favourite Dear Leader song?’ vraagt Perrino me even later als we hem strikken voor een babbel. “Die hou je dan tegoed van me”, lacht hij. Hij is tevreden met de set, het ging lekker. Fijn publiek ook, ze aten gewoon uit zijn hand. “En die zijn groter dan die van Donald Trump”, lacht hij. Trump, zijn nemesis. Hij haalt zijn schouders op over de politieke gang van zaken in zijn thuisland. “Weet je, het is grappig allemaal als je ziet hoe die mens dagelijks stuntelt in zijn eigen onbehouwenheid, maar helaas is het ook bittere ernst. Heel het land gaat naar de filistijnen met zo een …uh… stuurman. De oostkust (waar hij woont) moet hem niet, de westkust al evenmin, maar al die mid states hebben hem gewoon op handen gedragen en beseffen nu nog steeds niet dat de gevolgen ook voor hen bijzonder zwaar gaan zijn.”
Politiek is de rode draad door het lange gesprek wat we met hem hebben, en ook een beetje muziek. Hij is tegenwoordig bezig met uiteraard The Sheila Divine, en een project met kinderen, waar hij niet eens zelf zingt, maar samen met een vriend zich bijzonder goed amuseert . “We zien wel hoe een en ander gaat, Dear Leader is eigenlijk mijn favoriete project, maar of dat nog ooit gaat lukken, hangt af van een stevig aantal factoren”, lacht hij. Maar opgeven doet hij niet. Neen, daar is momenteel meer dan ooit nood aan. “All we have is music”, zucht hij als het opnieuw over de stampvoetende pruik gaat die hij helaas zijn president moet noemen.
Het wordt even best grappig als Stijn Meuris erbij komt staan en met Perrino in memory lane duikt. Ze lijken nogal op elkaar, niet enkel qua uiterlijk, maar ik stel bij beiden dezelfde nood vast om dit te doen. Sturm und Drang. “Als wij het niet doen, wie dan wel? “. Ik knik beamend. Whispering sons misschien, denk ik bij mezelf. Maar zij zijn nodig, en nog lang. Perrino blijft nog een tijdje hangen backstage en zal later die ochtend op een vlucht terug richting States stappen. Geen idee wanneer hij terug komt, maar wat ons betreft mag dat volgende week al zijn.
Warhaus en The Black Box Revelation stellen wat teleur nadien. De hoogtepunten vielen wat vroeg zodat de uh… headliners niet echt meer uit de verf kwamen. Maar Rock Herk 2017 was opnieuw een zeer sterke uitverkochte editie. Een vaste waarde in het zomerse festival landschap, niet meer weg te denken en verlost van de moeilijkheden van een tijdje geleden. We feesten nog een stuk de nacht in met Booka Shade en staan hier volgend jaar terug, met nog meer zin en een trits fijne bands. Wedden? (as)