Feiten. Anders bekeken.

Arrivederci Senigallia! Alla prossima!

Geschreven door  op in Reizen.

Een trouwfeest in Le Marche, Italië, in een dorpje geparkeerd tussen de Adriatische kust en uitlopers van de Apennijnen: Senigallia, tegelijk home van het ‘Summer Jamboree’ festival dat ze daar dit jaar al voor de 17de keer organiseren. Een reisverhaal (met aangepaste muziek).

fano-039

Il viaggio lungo

Op het einde van een afgetakeld, minuscuul wegje dat zich door een nachtelijk Italiaans berglandschap kronkelt – en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nog door Garibaldi eigenhandig werd uitgehouwen -, vormen zich de contouren van een villa. Een lang geanticipeerde villa, voorzien van alle westerse gemakken zoals stromend water, een koffieapparaat, stroom, wifi en een zwembad. De Italiaanse nacht is broeierig warm en de lucht in het minibusje waarin ik zit, heeft na 18 uur rijden dezelfde samenstelling als die van een vliegtuigcabine na een vlucht tussen Kuala Lumpur en Los Angeles. Ik snak naar bevrijding uit mijn stalen gevangenis op wielen van Duitse makelij en toch best wel comfortabel, maar niet voor 18 uur.

We vertrekken uit Hasselt na twee dagen Suikerrock, zonder slaap, zonder focus en zonder overblijvende mentale frisheid. Het is niet zozeer het rijden dat je uitput maar eerder de ellenlange, vreselijk saaie autostrades: de paar kilometers Belgische en Nederlandse liggen vlug achter ons, maar dan komen de Duitse. Niks te zien behalve een urenlange opeenvolging van struikgewas. Even is het spannend als we in het ochtendgloren Hockenheim passeren waar net die dag de Duitse Grand Prix Formule 1 wordt gereden, en blijkbaar beperkt zich dat niet enkel tot het circuit. In Duitsland mag je op de Autobahn sneller dan 130, maar dat is op eigen risico, onverzekerd. Een enkeling durft dat risico aan, al hadden zij dan net zo goed het vliegtuig kunnen nemen. Enige voordeel? Het struikgewas beweegt een stuk sneller langs de autoraampjes. Het is boring op repeat en ik snak naar de Zwitserse grens. Iets om naar te kijken. De Dethleffs-sleurhutten die zich achter zware BMW’s voorthoesten door het Schwarzwald zijn bepaald geen sight for sore eyes.

Die grens komt gelukkig dichter, dat kan je zien aan de bergkammen die van bescheiden Zwarte Woud-heuveltjes elke kilometer lijken te groeien naar flinkere exemplaren. Welliswaar nog allemaal voorzien van boomgroei, maar dat is straks anders.
We rijden zo meteen Schengen uit en ook de EU. Voor de gemiddelde Brit moet dat fijn voelen. Wij verwachten ons aan een strenge controle door grenswachters gewapend met Zwitserse zakmessen en de Toblerone dreigend in de aanslag. Als we passeren kijkt geen enkele douanier ons echter argwanend aan, doch eerder verveeld. We worden al helemaal niet tegengehouden. Ik stel wel racial profiling vast. Degenen die aan de kant staan, hebben zonder uitzondering een kleurtje, en helaas niet van de Duitse zon.

Maar voor ik onpasselijk kan worden (laten we hier even duidelijk zijn: onpasselijk van de racial profiling dus), glijden we Basel in. Op het eerste zicht een stad om snel te vergeten, al lijkt ze wel vers gestofzuigd. De autostrade waar we over rijden is cleaner dan mijn badkamervloer en alles ruikt naar bloemetjes. Geen Zwitser te zien, toch niet op dit uur. In mijn slaapdronken toestand beeld ik me in dat die allemaal collectief op hetzelfde uur opstaan, wakker gemaakt door een gigantische wekker in de vorm van een koekoeksklok op een berg ergens hoog boven Basel. Het is intussen echter zondag, al is het in mijn hoofd nog dEUS op Suikerrock, een paar uur geleden en toen nog zaterdag.
We zijn snel door Basel heen en verdwijnen nu om de tien minuten in een tunnel. Zwitsers hebben veel tunnels, ik verdenk hen er een paar uur later van zelfs hun molshopen te ondertunnelen. Ik plug mijn hoofdtelefoon in de van powerpacks voorziene Samsung en drijf richting bergen in goed gezelschap van Wolf Alice.

senigallia-summerjamboree-badrepublic-viaggio2Visueel is het een stuk prettiger, de ene berg gaat in de andere over en ze worden steeds hoger. De Zwitsers lijken hun autostrade zo aangelegd te hebben dat je telkens een teaser krijgt van het land. Zodra het landschap echt adembenemend wordt, loodsen ze je een tunnel in.  Een kwartier zwart wordt steeds afgewisseld met een vijftal minuten zonnige alpenweides en gigantische bergen met een laagje eeuwige suiker. Maar het vlot wel. Het oog is een stuk gelukkiger geworden van al dat olijk en vrolijk alpenschouwspel en de geest ziet het ook terug zitten. High spirits op weg naar het grote zwarte gat van 17 kilometer: de Gotthard tunnel, en meteen de eindspurt naar Italië.

Intussen regent het soms, uiteraard altijd als we zo’n tunnel uitrijden om dan weer magisch op te klaren zodra we er een volgende naderen. We lassen een rook- en eetpauze in. We stoppen in een dal dat zich halstarrig tussen twee enorme bergen ingewrongen heeft, lang geleden toen de wereld nog vuurspuwde.  Bij het uitstappen zie ik een aantal sigarettenpeukjes keurig naast elkaar op een rijtje liggen. Hier moet een Zwitser hebben staan roken. Racial profiling? Moi? Ik klik vijf keer om mijn e-sigaret aan te zetten en laat met dit simpele gebaar een hele picknickende familie schrikken. Men heeft er geen idee van wat die boomlange, bebaarde, slaapdronken man met die zwarte pistoolloop in zijn rechterhand daar staat te doen. Vaping is hier blijkbaar nog onbekend. Als ik het ding aan mijn lippen zet en er een enorme wolk mist mee produceer, zie je de hele familie weer opgelucht ademhalen. Geen terrorist nee, een vaper. Compleet ongevaarlijk. Ik demp meteen het volume van mijn hoofdtelefoon waaruit nogal luid ‘Urban Islam’ van Audio Android klinkt.

Ik denk even aan het einddoel van deze nu al eindeloze autorit. Het Italiaanse kustplaatsje Senigallia, in de Marche-streek. Daar zal getrouwd en gefeest worden en straks ook gefestivald. Of liever, de hele volgende week eigenlijk. Een familiehuwelijk combineren we met het Summer Jamboree festival in de buurt van Ancona. Geen onaardig idee van het trouwende koppel, vonden we toen we de uitnodiging kregen. We hebben namelijk iets met festivals en een goeie trouwpartij is ook nooit weg. Maar we zijn nog lang niet daar. Al leek het op dat moment, daar op die smetteloze, Zwitserse Parkplatz, wel even zo.

senigallia-summerjamboree-gotthard-file-badrepublic-travelEerst moeten we echter nog voorbij een paar ‘obstakels’, waaronder een lange tunnel onder de Gotthard. Het is niet zozeer die tunnel die een automobilist doet sidderen en beven, maar de vaak lange wachttijden die aan de passage voorafgaan. Vermits we van Basel naar Chiasso rijden via de A2 is er echter geen ontkomen aan. Het verkeer door de bijna 17 kilometer lange tunnel onder het Gotthardmassief wordt gedoseerd toegelaten en er gelden archaïsche verkeersregels. Sinds er in oktober 2001 twee vrachtwagens frontaal op elkaar botsten, dienen vrachtwagens bijvoorbeeld altijd minimaal 150 meter afstand te bewaren van elkaar. Mocht er een file in de tunnel ontstaan, of zelfs maar dreigen te ontstaan, dan wordt het verkeer voor de tunnel stilgezet tot het probleem is verholpen. In de zomer is de A2 een flink gevulde verkeersader, zowel richting het Zuiden als naar het Noorden, en die dosering resulteert vaak in lange wachttijden. We rijden erheen op een zogenaamde ‘zwarte zaterdag’, wanneer half Europa op weg lijkt naar het zuiden, en we verwachten dus een stevige wachtbeurt.

De Gotthardtunnel is niet eens zo oud. Hij werd in 1980 geopend en is ook niet de langste tunnel ter wereld. Die eer gaat voorlopig nog naar de Lærdalstunnel in Noorwegen, maar liefst 24,5 km lang. De Gotthard brengt je ook van het Duitstalige gedeelte van Zwitserland naar het Italiaanssprekende. Al zorgt dat laatste nog niet meteen voor een cultuuromslag. Italiaanssprekende Zwitsers lijken straks niet minder stijfjes dan hun anderstalige landgnoten.
We rijden Göschenen binnen, in Kanton Uri en zien in de verte het tunnelcomplex liggen, in de jaren zeventig gebouwd door de Italiaanse ingenieur Giovanni Lombardi. We worden verwelkomd door een paar drupjes regen en een, jawel hoor, file. Op de Gotthardradio maakt men met een dik accent in het Duits gewag van ‘Stau’ en het rijdt plots helemaal niet meer. De Gotthard heeft een eigen radiostation, met tussen de muziek door informatie over de tunnel, advies over gewenst rijgedrag en belangrijke info bij eventuele toestanden. Ze doen dat in het Engels, Schweizer Deutsch (sappig en leuk om te horen), Frans en Italiaans. We horen dingen zoals ‘Stau’ en ‘Zwei und ein halb’ Stunden’ en denken al aan een picknick op de A2 als er plots beweging komt in de sliert voertuigen voor ons. De info blijkt te refereren naar de andere richting. Van Chiasso naar hier dus, Zuid naar Noord. Wij komen ervanaf met een klein halfuurtje staren naar de doseringsverkeerslichten.

De passage verloopt vlekkeloos, onze Mercedes-bus rolt losjes onder de bergen door alsof dat wekelijkse kost is. Een klein halfuurtje later spreekt de omgeving Italiaans. Meevaller, al doet de lange wachttijd aan de andere kant ons vrezen voor de terugrit binnen een week.  Maar dat zijn zorgen voor later. We zijn intussen zowat halfweg.  In Airolo geen regen meer, maar slierten zon en een temperatuur die een graadje hoger lijkt te liggen. De Italiaanse grens is echter nog behoorlijk ver weg, vermits we straks pas in Lugano terug de EU binnenrijden.

Het landschap is nog steeds indrukwekkend, hoge toppen en een glimp van de Matterhorn die met zijn 4478 meter van tientallen kilometers ver zichtbaar is. Deze Alpentop is toch wel het icoon van alles dat zich met enig zelfrespect ‘Alp’ durft te noemen.  We passeren echter veel te ver ervandaan om de ‘berg der bergen’ te bezoeken. De Italianen noemen hem ‘Monte Cervino’ en spreken nog altijd over die vreemde Tunesiër die er eeuwen geleden met olifanten en legers omheen marcheerde, op weg naar de eeuwige stad waar hij nooit geraakte. Wij ook niet trouwens, want ons doel ligt immers pal ten oosten van Roma.

De Marche komt inderdaad dichterbij met al die beloftes van warmte, zon, stranden, bergen, rock’n roll, good food, zwembaden en – zo durven we te hopen – zelfs een occasionele palmboom. Ik heb iets met palmbomen. De Matterhorn blijft nog geruime tijd aanwezig in het zichtsveld, maar we rijden toch effectief de echte Alpen uit die overgaan in de pre-Alpen met als interessantste plek het Monte Carlo van Zwitserland: Lugano, de grootste stad van kanton Ticino, pal aan de Italiaanse grens en goed voor 71.500 inwoners, die er warmpjes dienen bij te zitten.  Het wereldberoemde meer van Lugano trekt net zoals Monte Carlo beroemdheden en internationale sportlui aan, al betalen ze hier wel behoorlijk wat belastingen. Maar hier komen ze enkel op vakantie. Wonen doen ze wel aan de Côte d’Azur. Toegegeven, Lugano ziet er als een snoepje uit. Het meer is gigantisch en ligt relaxed tussen de Italiaans-Zwitserse pre-Alpen in het zonnetje te blinken. Hier varen geen gewone bootjes maar uit de kluiten gewassen jachten over de kokette golfjes. Idyllisch, absoluut, maar ik blijf dat wrange smaakje in mijn mond houden. Dat heeft niks te maken met de lauwe Gatorade die ik met intervallen van twintig minuten achterover kap om de slaap te verdrijven. Wel met dat afschuwelijke Zwitserse referendum over het buiten houden van vluchtelingen en dat ene stadje waar men zelfs per inwoner flink wil betalen om toch maar geen asielzoeker in de afgelikte straten te moeten toelaten. Die gedachte zit al sinds de grensovergang met Duitsland in mijn hoofd en ik wil hier zo snel mogelijk weg, de Italiaanse grens over. Ik snak naar mensen, ik heb intussen ook stevig genoeg van strategisch geplaatste koeien, Fleischmann-treintjes die door cataloguslandschappen hobbelen en de mooi gerangschikte huisjes die we nu al uren passeren. Tunnels hoeven ook even niet meer. De claustrofoob in mij is intussen immers stevig uit de winterslaap ontwaakt, in die mate dat ik de bus wil uitspurten zodra we eindelijk de lang geanticipeerde Italiaanse grens oversteken.

Ik richt, terwijl de Italiaanse douane me lachend in de bloeddoorlopen ogen kijkt, een smeekbede aan de chauffeuse die mijn desperatie meteen onderkent en me verzekert dat de eerste parking die we op weg naar Milaan tegenkomen gebruikt zal worden om geestelijk terug in orde te raken.

summer-jamboree-077-2-editWe remmen af na het passeren van Como, ook aan een meer, en zelfs een veel groter dan dat van Lugano, en bijna net zo mondain. Madonna heeft hier een optrekje, net zoals Matt Bellamy van Muse, in de winter zie je hier John Kerry wel eens door de straten kuieren en Richard Branson heeft hier net een berg of drie aangekocht. Het Como-meer strekt zich uit over 146 vierkante kilometer, en is het derde grootste in heel Italië. Enkel Lago di Garda en Lago Maggiore doen nog beter. Het is wel het diepste meer van Europa: met een diepte van maar even 400 meter ligt de bodem meer dan 200 meter onder zeeniveau. Hier zie je Italiaanse villa’s zoals ze al gebouwd worden sinds de jaren van Plinius de Jongere. Como lijkt dan ook een ideale stopplaats. Wie weet komen we Madge wel tegen bij de lokale slijterij. Bijbabbelen!

De parking die we tegenkomen ligt echter nog een flink stuk buiten de parel van Lombardije, en lijkt meer op de onderbuik van de provincie. Zodra de schuifdeur van de Mercedez Vito opent, vliegen de papierwikkels me om de oren. De temperatuur is sinds de Alpen een graad of zeventien gestegen en de lucht smaakt naar gekookte autoband. De Matterhorn lijkt me in de verte nog even flink uit te lachen met mijn rush naar Italië. Het is alsof je van een druilerige late herfstdag meteen in een zwoele zomeravond stapt. De shock is echter van korte duur, ik ben een hittemens en koester me al snel in de warme deken die de zwangere Italiaanse lucht om mijn gespannen lijf drapeert.

De stop is meer dan welkom, ik ijsbeer over Lombardeese bodem en zoek het toilet.  Alles wat ik me ooit voor de geest haalde bij exotische namen zoals Fino Mornasco, bij Grandate, blijkt slechts een stoffige, versleten uitvalsparking voor de A9 richting Lainate. Toiletgewijs zie ik het spookbeeld van Giuseppe Garibaldi voor me opduiken, nu gedegradeerd van stratenhouwer tot aanlegger van rudimentair sanitair. Dit toilet kan je onmogelijk vergelijken met die in Zwitserland. Proper wel, daar niet van, maar waar zijn die bloemetjes en tirlantijtjes ? Dit is uh… basic, geen fonteinen en lachende handdoekbedienden. Wel nog net een spat water en een grijnzende vrachwagenchauffeur die me iets in het Lombardijns begint uit te leggen waar ik het raden naar heb. Hij lijkt trouwens best wel een beetje op Garibaldi, en hij draagt tenslotte ook een rood hemd. Maar verder hotst hij in een vrachwagen over Italiaanse en Zwitserse wegen en heeft hij geen ander uitstaans met de ‘vader des vaderlands’.

Mijn reisgenoten gebaren me terug de Vito in met de heugelijke mededeling dat het nog slechts een uurtje of vier rijden is. Zodra de loden hitte echter weer ingeruild is voor een zwoegende airco komen we er stomtomgewijs achter dat het eerder zes uur is dan vier.
We rijden via Lainate en Cesano Boscone links om Milaan heen om de E35 richting Parma te nemen. Hier dien je de autostrade te betalen, we hadden wel een Zwitsers autowegenvignet aangekocht, maar geen Italiaans, en dat wil zeggen bottlenecks ondergaan. Maar het valt opnieuw mee. Het verkeer naar het zuiden is beduidend minder dan naar het noorden en ik vloek even over de onheilsberichten in de Belgische pers die ik de dagen voor vertrek zuchtend doornam. Deze zaterdag is helemaal niet zwart, gewoon erg lang, of uh… Misschien kan het ook aan het feit liggen dat het toch al een hele tijd zondag is. Mijn tijdsbesef gaat er trouwens helemaal aan langs de Italiaanse autostrade. Als de Duitse Autobahnen al boring zijn, dan zijn de Italiaanse nog minder interessant dan een handleiding over het mengen van 15 liter stopverf. Ik merk nauwelijks nog verandering in het landschap, enkel neemt het aantal cipressen gestaag toe en loert in de verte af en toe een Appenijn om het hoekje. Struikgewas zoals in Duitsland is er niet. Hier wisselen industrieterreinen elkaar af. Eens voorbij Milaan is het tot ver achter Bologna louter een herhaling van Mercatone Uno- en Ikea-vestgingen. In Parma ruikt het naar ham, en in Bologna naar worst. Hier wisselen we naar de E45 die uiteindelijk zal uitmonden in een laatste stukje A14 richting Ancona. Vlak voor Rimini steken we net zoals Caesar lang geleden de Rubicon over, al doen wij dat een stuk minder dramatisch.

senigallia-summberjamboree-badrepublic-travel-viaggioPlots is ze daar dan, de Adriatische kust. Nog een paar kilometer Adriatische riviéra en dan Senigallia. Een negorij tussen Fano en Falconara, pal aan de kust met in de achtertuin een col buiten categorie. Laten we nu net boven op die top in de aap gelogeerd zijn. De col heeft geen naam, maar een jaar of wat geleden is hier wel de hele Girocaravaan overheen gereden. Vermits het intussen nacht is, zien we van het stadje zelf in eerste instantie enkel lichtjes die, naarmate we hoger de berg op rijden, steeds meer piccolo worden. Maar we zijn tenminste van die autostrada af en rijden nu door struikgewas op dat weggetje door Garibaldi hoogstpersoonlijk uitgehouwen …

We zijn er. De contouren van de villa doemen op uit de duisternis. Nadat onze stomtom eerst een keer of wat terug de berg wilde afrijden, hielden we desondanks koppig vol. Op de top wachtte een bed en een douche, en een week dolce vita in wat even later een van de mooiste plekjes zou worden waar ik ooit verbleef.


Playlist: The National – I need my girl / Minor Victories – A hundred ropes / Slowdive – When the sun hits / Mojave 3 – Blue bird of happiness / Jeremy Parker – Swirlies / Lush – Out of control / 65 days of static – Unmake the wild light / Santigold – Disperate youth / Local Natives – Airplanes / Diiv – Under the sun / The Orb – Toxigene / Dum Dum Girls – Girls intuition / Trailer Trash Tracy’s – You wish you were red / M.I.A. – Paper planes / Sara Farah – Be ezz eldhem / Audio Android – Urban islam / Wolf Alice – Storms / Wolf Alice – Mona Lisa smiles / Rhinos Are People Too – Pelkuri


Un Matrimonio Italiano

senigallia-summerjamboree-badrepublic-travel-italy-lounge-villa-giorgiaWe zijn hier in de eerste plaats voor een wedding, morgen (dinsdag). Ik heb dus een uur of 30 om me voor te bereiden. Het koppel is al wettelijk getrouwd in België, maar de formele ceremonie, receptie en het feest doen ze hier in Italië. Ze komen hier al een aantal jaren en zijn verliefd geworden op dit stadje en deze streek. We huren samen met hen en enkele familieleden een villa in de bergen, op een kilometertje of acht van Senigallia. Het is op de top van een col buiten categorie en dat merken we later ook in de afdaling langs de smalle straatjes. Soms lijken die zelfs gewoon op te houden en dan denk je bij het afdalen plots te zullen verdwijnen in het grote Italiaanse niets, gewoon omdat je het vervolg van de weg niet kan zien. Ik ben geneigd dit ooit met mijn mountainbike te doen, naar boven en dan meteen terug naar beneden. Een kuitenbijter omhoog en eens boven, omkeren en weten dat je met dichtgeknepen billen naar beneden gaat denderen tegen 60 km/h of zo. Met de Vito halen we ongeveer 30 à 40 in de afdaling, met de bike moet dat dus sneller kunnen.

Eerst de ceremonie voorbereiden, want ik dien het koppel officieus in de echt te verbinden. Ik heb een tekst waarin de ernstige woorden die ik moet uitspreken meticuleus zijn neergepend. Zelfs mijn outfit is bepaald: ik ga me over zowat 30 uur in een soort Fonzie-outfit hijsen, want de bedoeling is dat we er allemaal retro bijlopen. Dat is zo’n beetje het wedding thema. Senigallia loopt immers vol ‘retro’s’ deze week want het Summer Jamboree festival is voor de volle 100% retro style. Rock’n roll, swing, jazz, we gaan het straks zien en eerlijk gezegd kan ik nauwelijks wachten. Als we straks het stadje induiken (letterlijk), gaan we kopje onder in de 50ies, vertellen ze me.

Toch eerst even loungen want de lange rit van gisteren zit nog in geest en lichaam. Niks beter om dat eruit te gooien dan met een ontbijtje en wat rondsnuffelen in die immense villa. Het is een aanrader om deze te boeken, al doe je dat best met een aantal mensen samen. Het complex is perfect onderhouden en de eigenares is bepaald niet te beroerd om aan al je wensen te voldoen. We organiseren er een trouwfeest voor een flink aantal mensen en ze doet geen seconde moeilijk. Integendeel, ze helpt ons waar ze kan en is zelf aanwezig op het feest om de zaken te coördineren en te ondersteunen.  Zwembad kuisen? Geen punt. Wespennestjes laten verwijderen? Eén telefoontje en ze komt met de brandweer aangereden. Prachtmens, en de prijs waard, maar tijdig reserveren is aan te raden. Good things sell fast, ook in le Marche.

Het terras van Villa Giorgia 12 is een verademing. De hanging garden op het terrasdak zorgt ervoor dat de zinderende Italiaanse hitte een beetje getemperd wordt. Geholpen door een fris bergwindje kan je dus gemakkelijk acclimatiseren na aankomst. In ons geval is dat nog een andere variant: gezien de late aankomst, zowat midden in de nacht, vallen we banaal plat achterover in de bedden die overigens van zeer goede kwaliteit zijn. Een uitstekende villa dus.

oefenen-01Intussen is het maandagmiddag en tijd om af te dalen naar de stad. Ik zeg steeds ‘stadje’ maar Senigallia is toch wel een van de belangrijkere badplaatsen langs de Adriatische kust. Als er geen festival is dan tref je overigens een heel andere stad aan, legt men ons uit. Nu loopt iedereen, inclusief horecapersoneel, er immers bij alsof de tijd hier ruim zeventig jaar heeft stilgestaan. Petten en bretellen zijn ontelbaar, geen man die de straat op durft zónder tijdens de Summer Jamboree, die eerste week van augustus. Dames dragen hoeden en hoepeljurken met petticoats. Swingmuziek en rock ’n roll klinkt uit alle spelonken en vensters. Elvis woont hier om het hoekje, Chuck Berry heeft een winkeltje even verder. The Big Bopper flaneert naast Jerry Lee Lewis over het kilometerslange strand, en als je heel goed kijkt, zie je Louis Armstrong naar de einder staren op een van de bruggen over de rivier Misa. De festivalsfeer zit echt overal. De juffrouw van de gelateria stopt ons breed lachend een torenhoog ijsje in de hand terwijl ze haar haarband naar achteren schuift en een Italiaans rockhitje neuriet. De prijs voor het ijsje is belachelijk. Je moet echter geen voedselprijzen vergelijken met België trouwens. Een mens zou voor minder verhuizen. Als we inkopen gaan doen, merken we dat meteen heel erg goed. We zijn in onze villa self caterend, dus zoeken we brood, kaas, eieren en dat soort dingetjes. En wijn natuurlijk, want je gaat heus geen water liggen drinken op dat magnifieke terras.

In Italië zie je ze overal, de warenhuizen van ‘Coop’, een coöperatieve zoals je die ook in de UK en Frankrijk tegenkomt. Deze consumer cooperatives verenigden zich tot wat uiteindelijk de grootste supermarktketen van Italië zou worden, met hoofdzetel in Bologna, hier een flinke steenworp vandaan. De prijzen zijn laag, voeding betaal je hier beduidend minder dan bij ons. We willen hier echter geen karinhoud gaan vergelijken, we zijn tenslotte Testaankoop niet, maar als je ooit naar hier komt, is dat wel een fijne wetenschap. Ook op restaurant merk je hetzelfde, maar daar zitten we vanavond pas. Eerst wijntjes kopen.

We nemen uit de wijnsectie van de Coop een paar witte, rode en rosé wijnen mee naar de villa. We kiezen een standaardkwaliteit want we zijn niet meteen uit op de high class vino’s. Persoonlijk ligt de voorkeur flink in de richting van de Chiraz-druiven. Ik opteer voor een Siciliaan, vermits Chiraz niet geteeld wordt in de directe omgeving. Een ‘Settesali’ Syrah uit Sicilië dus, van 2014. Daarmee is de kleur rood ingevuld. Ook de witte wijn gaat een beetje over de streekgrenzen heen, vermits we de lokale zowat overal in bars en restaurants gaan tegenkomen. Het wordt een ‘Freschello’ uit Veneto, van wijnmakers Cielo e Terra uit het Colli Berici district in de buurt van Verona, pal aan de rand van de Alpen. Aangeprezen als een uitstekende terraswijn, en proefondervindelijk kunnen we dat helemaal onderschrijven. Fris en voortreffelijk. Maar de hoofdvogel is toch een lokale rosé. De temperatuur in le Marche nodigt hier echt toe uit. We vinden een Fontamara Rosato terre de Chieti die voor 100% uit de Montepulciano D’Abruzzo druif komt. Een voortreffelijk wijntje uit Tollo, vlakbij provinciehoofdstad Ancona. Dit is een voltreffer, intens fruitig met een flinke hint naar banaan (gek genoeg) en bosbessen. We zoeken voor de rest van ons verblijf hier niet meer verder, de buit lijkt binnen.

Frisdrank-gewijs houden we het op Italiaanse varianten van de vertrouwde en ook bij ons verkrijgbare dingen. Al vervangen we Lipton Ice Tea door ‘Esta The’, Giro sponsor en daarom herkenbaar en best lekker. Tenslotte kopen we ook Italiaans bronwater, want dat is net iets lekkerder dan dat van ons, maar dat heeft dan weer te maken met de omgeving waarin je het drinkt.

De Coop van Senigallia heeft zowat alles wat je als toerist nodig hebt tijdens je verblijf in de streek. Het is een gigantische supermarkt met een uitstekende versafdeling waar je Mortadella, salami, Parmaham (prosciutto) en pancetta koopt van werkelijk uitstekende kwaliteit. De lokale aankooppolitiek zorgt echt voor een meerwaarde. Producten zijn veelal (zeker de verse) artisanaal en je kan zowat alles proeven op eenvoudige aanvraag. De uitleg die je krijgt is Italiaans, maar met liefde gegeven.

Het is wurgend warm de eerste keer dat we de Coop-parking op- en weer afrijden.  Senigallia is een stadje met een oppervlakte van een dikke 115 km waarvan de Lungomare Goffredo Mameli de langste straat is. Parallel met de kust bevinden zich hier de beach bars en restaurants die het stadje kenmerken. In festivaltijd zijn die allemaal, personeel inclusief op zijn minst een beetje van aankleding voorzien. Maar ook buiten de festivalweek hebben ze een aanlokkelijke uitstraling hebben, daar is weinig fantasie voor nodig. Je zou denken dat je door de vele pastel- en andere, meer lijvige kleuren dreigt te verzanden in tourist traps. Dat is toch niet zo. Als je hier een beetje gezond uit de ogen kijkt, loop je helemaal nergens in.

senigallia-summerjamboree-locanda-badrepublic-travel

Maar we maken wel andere toeristenflaters, italy-virgins als we zijn. We hebben er geen idee van dat de Italiaanse eetgewoontes anders zijn dan de onze… Maar voor we een keuze maken uit de tientallen restaurants lopen we flink lang de Lungomare op en af. Keuzestress. Uiteindelijk nemen we plaats op het terras van restaurant Locanda. Hier verzanden we in een toeristenmoeras. Italianen eten anders dan wij en dat maken ze ons meteen duidelijk als we met Noord-Europese inslag meteen maar drie gangen bestellen. Iets wat bij ons logisch lijkt, is hier toch iets anders. De porties blijken enorm. Misschien daarom dat de wenkbrauw (vooral de linker) van die Italiaanse ober al bij het bestellen een behoorlijk aantal keer de hoogte in ging…

Wij eten individueel, maar hier deelt men alles met elkaar. Mensen malen hier niet over een graaiende vork die de prosciutto di parma of de salame Abruzzese en de ventricina van een bord prikt. Je wordt gewoon verondersteld hetzelfde te doen bij de buurman/vrouw aan tafel.
Wij doen dat dus helemaal verkeerd en dan ook nog op de muziek van Chuck Berry en Elvis. En onder het gegrinnik van de Italiaanse eetgasten. Als mijn tweede gerecht dan ook nog een pizza blijkt te zijn (al was dat niet helemaal de bedoeling, want Italiaanse menu’s zijn knap ingewikkeld voor kerels met hooguit één jaartje schoollatijn, een slordige 35 jaar geleden), komt de vorm wel ongeveer in de buurt, maar de maat niet bepaald. Het ding heeft de grootte van een karrewiel en komt samen met een toch wel klein emmertje verse ricotta en is belegd met een akkertje spinazie. Als je goed kijkt, zie je de tractor nog rijden. Mijn reisgenoten ondergaan hetzelfde lot. We beloven elkaar bij de dolcis dat we de volgende keer niet meer hetzelfde gaan doen. De aankomt bij de drie kilometer verder geparkeerde auto gaf ongeveer dezelfde beelden als tour/giro-renners die net een etappe van 270 km met vier cols buiten categorie hebben gereden en die op een niet erg oogstrelende manier over de finish vallen.
De volgende dag echter hoeven we ons daar echter geen zorgen over te maken, dan worden we immers in de villa gecatered.

De wedding day begint zoals iedere dag hier zonnig, en met een oploskoffietje, die nog in de reistas zat van in Egypte. Je moet het niet zo vreemd bedenken of wij doen dat wel. In het land waar ze gewoon de beste ristretto ter wereld serveren, hijsen wij ‘s ochtends de Egyptische variant van een Nestlé oploskoffietje, omdat we in die eerder vermelde Coop vergeten zijn koffie te kopen.

Ik oefen mijn tekst intussen, want straks kijkt heel die familie en die vriendengroep, die intussen in de stad ingekwartierd is, me op de vingers terwijl ik een zenuwachtig jong koppel de huwelijksgeloften laat uitspreken.  De Apennijn in de verte loert grijnzend naar me en speurt mijn stagefright.

In de loop van de ochtend arriveren de cateraars. Zij bouwen de rust van de villa om in een zenuwachtige dans met tafels, stoelen en de meest vreemde kookapparaten. Terwijl ik samen met de bruidegom sukkel om de immense geluidsinstallatie in elkaar te steken, metamorfoseert de relaxed gestarte vakantie in een kluwen van last minute organisatie. Bloemstukken, tirlantijnen, koud te zetten wijnen en cherubijnen die plots op de toegangspoorten van de villa plaatsnemen, wachten de komst van de gasten af.
Die komen echter kilometers verder aan in een afgehuurde beach bar voor de ceremonie en de receptie die het avondfeest voorafgaan, zoals dat hoort.

trouw-12De dag is al flink gevorderd als ik in mijn leren fifties jekker ernstige woorden uitspreek en de bruid het er naar goede traditie niet droog bij kan houden. Ik ‘trouw’ hen zoals stoere zeekapiteins dat ook doen: op het geluid van schuimende golven. Voor de goede verstaander, die beach bar ligt inderdaad pal op het strand, maar verder mag iedere vergelijking ophouden. De Italiaanse zon brandt intussen gaten in mijn outfit, ik heb me al ooit prettiger gevoeld in een Finse sauna. De ceremonie is echter mooi en kon op geen betere plek plaatsvinden. We scoren meteen ook nog een flink publiek erbij. We trouwen immers naast een pier die naar de ‘Rotanda a mare’ leidt, zowat hét landmark van Senigallia. Daar heeft zich behoorlijk wat lokaal volk verzameld die zo’n trouwerij van een stel Belgen op hun strand wel spannend vinden. Even kijken ze elkaar collectief wel raar aan wanneer de bruidegom ongeveer in het midden van de ceremonie een blauwe fles water aan de lippen zet en die in één keer uitdrinkt. De bruid doet meteen hetzelfde. Voor ons niks eigenaardigs, het stel onderbrak mijn ceremonieel gebeuzel omdat ze allebei zowat omkwamen van de dorst en er even geen glazen in de buurt stonden. Maar in Italië vinden ze sindsdien zo’n Belgisch huwelijk toch maar iets vreemds. Eerst een fles water ad fundum drinken en dan de ringen?

Ik verklaar hen even later man en vrouw waarna familie en vrienden uit hun dak gaan onder het applaus van de grijzende Italianen op die pier. Een ja-woord om te onthouden.
De Senigalleense lucht kleurt langzaam oker en na de snelle receptie worden alle bruiloftsgasten een afgehuurde autocar ingestouwd die dan helemaal die col weer op moet om de hele meute de Italiaanse nacht in te laten feesten. Die feestdetails bespaar ik u, waarde lezer. Dat het geweldig was, begrijpt u wel. En dat de hele handel uiteindelijk ook dat zwembad in flikkerde, begrijpt u ook wel. Dat er uitstekend gegeten en gedronken werd, dat weet u gewoon. En dat de dag nadien de katers collectief op dat mooie terras zaten te wachten op het ontwaken van al die dolle Belgen, die had u al van ver zien komen…


Playlist: Dinah Washington – What a Diff’rence A Day Made / Billie Holiday – My man / Etienne Daho – Saudade / Arno – Les yeux de ma mère (live) / Louis Armstrong, Ella Fitzgerald – Summertime / Stray Cats – Fishnet stockings / Daan – Le joueur (The French player) / The War on Drugs – Red eyes / Ella Fitzgerald, Louis Armstrong – They can’t take that away from me / Sophia Loren – Che m’e’ ‘mparato a ffa’ / Gianna Nannini – I maschi


Il festival

Het is belachelijk warm als ik me door het smeltende asfalt van de Senigalleense straten sleep, op weg naar een bijzonder knap verborgen festivalsecetariaat waar ik de perspasjes voor de Summer Jamboree ga ophalen.
Ik verlaat de kustlijn en verdwaal al meteen als ik mezelf na 100 meter vastloop in een kluwen van miniatuurstraatjes. Ik heb een Italiaanse wegbeschrijving op zak die vanalles lijkt te beschrijven, behalve de weg naar dat secretariaat. Dat vertellen me tenminste de druk gesticulerende Italianen die ik lukraak op straat aanspreek in een mix van Duits, Engels en een lokaal italiaans dialect waar mijn Samsung helemaal geen raad mee weet.  Niemand schijnt te weten hoe ik er moet geraken. Maar ze vertellen me wel zonder uitzondering details over het festival die ze uit de uitgebreide ‘wegbeschrijving’ vertalend voorlezen. Zo kom ik te weten dat ik toegang heb tot een aantal dingen zoals de ‘burlesque night’, het ‘old timers car park’ (en dat schijnt een gegeerde access te zijn) of een ‘Hawaiian party’. Fijn. Allemaal dankzij die pasjes die ik wel moet zien te scoren, ergens in deze zonverbrande stad op een woensdagmiddag.

fano-011Twee mannen zitten buiten op een kapbeurt te wachten voor de deur van een grijzende barbier die er zelf al in geen tien jaar meer gehad had. Zij kunnen me enkel schouderophalend meedelen dat ze er geen idee van hebben waar ik moet zijn. De man die ik in een krantenwinkel aanspreek, verkoopt me wel de Gazetta dello sport maar kent verder slechts één straat, de zijne. De zon is ongenadig en mijn kleren raken tegelijkertijd doorweekt en opgedroogd om de paar honderd meter.  Ik voel me als de man in black uit Stephen Kings Dark Tower epos. Die sleurde zich ook honderden (maar dan kilo)meters door een verwoestende woestijn terwijl hij achtervolgd werd door een scherpschutter en hij een op een epische zoektocht is naar een donkere toren. Ik dien slechts twee stukjes plastic te vinden in een straal van nauwelijks een kilometer en hoef niet om te komen van de dorst, want om de halve meter blinkt een terrasje in de zonnestralen. Ik slaag een kwartiertje later bij toeval in mijn missie, tot groot applaus van mezelf: ik zie een podium met ernaast een herkenbare festival-infrastructuur. Tentjes en vlaggen, hier gaan ze me tenminste verder kunnen helpen.

senigallia-summerjamboree-badrepublic-travel-festival

Een hartelijke conversatie met de liefste persverantwoordelijke die ik ooit ontmoet heb, en drie ristretto’s later, loop ik met mijn allereerste Italiaanse accreditaties ooit op zak terug naar Senigallia beach waar mijn familie aan cocktails zit te nippen, onderuitgezakt in gigantische strandzetels. Straks met zekerheid de Summer Jamboree, die binnen een paar uur langzaam op gang zal komen. Straks, als de grootste hitte de werkdag erop heeft zitten en de altijd iets minder gemotiveerde, metereologische nightshift toch iets koelere temperaturen zal ronddelen.

We dolen eerst nog wat door de traag ontwakende stad. Het is een uur of half zes in de namiddag en Senigallia komt tot leven. De beach babes en ragazzi zoeken naar hun tops en de Billy boys starten hun scooters. Er zal gegeten worden, maar ook al gedanst. De stad loopt plots best snel vol en de danspodia, die dankzij het festival nu overal over de stad verspreid te vinden zijn, krijgen de eerste pasjes te verwerken. Dj’s vuren fifties muziek af en laten ontblote mannenbovenlijven gehoepelrokte dames de lucht in zwieren. Dansen met middelpuntvliedende kracht, af en toe zal er heus weleens eentje in de struiken verdwijnen of vervaarlijk dicht langs een winkeletalage scheren. Maar dansen kunnen ze hier wel. Het lijkt alsof iedereen hier een heel jaar naar de dansschool gaat om dan een hele festivalweek examen af te leggen. We kijken even en gaan dan zelf eten.

Voor de veiligheid kiezen we hetzelfde restaurant als al eerder, maar bestellen nu iets verstandiger. De porties zijn echter nog steeds enorm, er is blijkbaar geen ontkomen aan. We verzanden lang in de loungestoelen van een gezellig restaurantterras. Veel te lang, want we missen gewoon de start van de festivaldag. Ik wil ondanks zware benen van een overvloedige tafel toch Natty Congeroo and the flames of Rythm niet missen, een Engelse band die zwoele, burlesque, jazzy jaren dertig speakseasy muziek brengt. Mijn fotografe en ik halen het net, spurten aan flitstempo door lanen en valkuilen, steken spoorwegen over en ellebogen ons door een gigantische mensenmassa naar de frontstage van het hoofdpodium. Daar krijgen we een knik van de securityman en een stralende glimlach van Natty Congeroo, gevolgd door nog een flinke drie kwartier show.

summer-jamboree-076-14-editsummer-jamboree-076-54-editDe band speelt beheerst en los tegelijkertijd. Zo’n jongens kunnen dat, de sfeer van een rokende, zweterige nachtclub op een groot podium neerzetten. Het is wel werken want Natty haalt alle trucs boven om het publiek net zo hard te laten zweten als zijn band. De man’s outfit blijft echter vlekkeloos. Ik ontwaar geen druppel zweet op zijn aangezicht en dat terwijl hij behangen is met sjaaltjes en accessoires, een pet en een slippenjas. Hij ment het publiek vanuit de frontstage, die meteen ook maar de grootste is waar we ooit in gewerkt hebben. Hij klimt op het scheidingshek en jent de eerste rijen zodat die op z’n Italiaans uit hun dak gaan. Dit heeft hij eerder gedaan, denk ik. Op dat moment tikt iemand op mijn schouder. Als ik al verontschuldigend omkijk en gebaar dat ik wel zal gaan zitten zie ik geen boze kleine Italiaan staan gesticuleren dat ik zijn gezichtsveld blokkeer, maar een uit de kluiten gewassen Beringenaar, een kennis van me, ook iemand die dingen doet in de muziek. “Wat doe jij hier?” schreeuwt hij lachend. Ik gebaar iets dat lijkt op ‘werrekuh!!’ en we wisselen opgestoken duimen uit.  Als ik ’m later spreek, zit hij een maand lang in Italië, twintig jaar huwelijk te vieren met zijn vrouw. Hij is net aangekomen. Geluksvogel, denk ik, met mijn gedachten al bij die vreselijk lange terugreis over een paar dagen. Ik zal inderdaad nog drie weken zijn Italiaanse facebook-status lezen, als hij nog in dat wondermooie stukje Italië zit en ik al weer de stress van een medium in oprichting onderga.

summer-jamboree-076-40-edit

Natty Congeroo is af, dit hele festival is af. We beloven elkaar hier volgend jaar het hele festival te komen doen. Na Suikerrock de Summer Jamboree in, en dan via Pukkelpop ‘17 de zomer uitglijden.

We duiken na Congeroo terug de stad in. Die is tegen middernacht helemaal vol gelopen. Het is wurmen, maar niemand doet hier moeilijk. Bij ons krioelen mensenmassa’s met zure gezichten en veel gebots door elkaar. Hier schijnt men gewoon te kunnen doen tegen elkaar, plaats te maken, lachend je cameradopje op te rapen dat je hebt laten vallen. Met hun hand op je schouder te kloppen en je een fijne nacht te wensen, meestal vergezeld van ‘vergeet geen wijntje te drinken als je nog de stad in gaat’. Ik ben sprakeloos.

Dat wijntje drinken lukt al snel, want we lopen plots een aantal bruiloftsgasten van een paar dagen geleden tegen het lijf. Die willen het hier ook nog een paar dagen uitzingen.  Ze zitten aan een tafeltje waar ze bij iedere fles wijn een tapasschotel krijgen. Telkens wordt die soldaat gemaakt. Maar van eten krijg je dorst, en van dorst weer honger. Ze proberen al uren die cirkel te doorbreken. Een impasse, en als er iets is wat ik graag wil doorbreken, zijn het wel impasses. Ze trekken met ons mee en we belanden bij het eerder vermelde ‘classic car park’.

Dit is hier iets bijzonders. Sta me toe een en ander even te beschrijven. Beeld je een tot de nok met feestende Italianen en een trits toeristen gevulde, gemiddelde provinciestad in waar iedereen drinkt, eet, zingt en danst. In het midden van die feestende meute ligt een idyllisch parkje met verharde ondergrond, afgesloten door minuscule drankhekjes en met twee securitymensjes die een oogje in het zeil houden.  Dat pleintje is gevuld met oldtimers van redelijk onschatbare waarde. Ik bedoel, ik heb al wel ooit een oldtimer gezien, maar wat hier staat, tart alle verbeelding. Ik zie hotrods, classics die eruitzien alsof ze net in Detroit van de productielijn zijn gerold. De eigenaars paraderen en poseren als trotse pauwtjes en nodigen uit tot fotograferen. Maar je kan er niet bij, niemand die het aandurft over dat minuscule dranghekje te springen om dat blinkende chroomkapitaal aan een andere inspectie te onderwerpen. Ook ons bruidspaar komt aanlopen. Nogal enthousiast ook, ze willen al jaren (ze komen hier al een half decennium op vakantie) foto’s maken in die auto’s. Fijn dat het nu kan lachen ze. We kijken niet begrijpend en dan wijzen ze op de perspasjes die we hebben omhangen. Daar mag je dat pleintje mee op, zo blijkt. Ze krijgen zo een bijzondere toevoeging aan hun huwelijksreportage want mijn fotografe laat zich ontspannen gaan. Er zijn echt wel ergere omstandigheden om in te werken dan deze.


Playlist: te lang om op te sommen…


Voor ik effectief emigreer naar Le Marche en dit stadje, en hier de rest van mijn leven op mijn lauweren wil rusten, stel ik tegelijk ook vast dat het leven hier net zo hard is als ‘bij ons’. Ook hier is armoede. Hier is die ook veel meer zichtbaar, opener. Italië is geen ontwikkelingsland, maar een van de best draaiende Europese economieën. Toch sloeg ook hier de malaise toe. Ook hier was het moeilijk regeren, ook hier gaat de bevolking (weliswaar iets minder drastisch) argwanend om met een snel veranderende wereld. Maar het is ‘het zuiden’, en daar voelt het allemaal minder zwaar aan. Dat heeft  minder te maken met de toeristenervaring die we hier hebben dan je zou denken. Men is gelatener, men leeft ‘echter’ dan wij en de rat race gaat hier gewoon minder hard.

Overmorgen keren we de Mercedes bus weer om en donderen we een laatste keer die helling buiten categorie af richting autostrade. Milaan, Como, Basel, Frankfurt en uiteindelijk weer Hasselt. Een paar dromen rijker. Die rijkdom is echter veel belangrijker dan al het materiële.

Fijn dat u even mee wilde reizen. We gaan dit nog eens doen, binnenkort.  (as)

Foto’s: MarkeTentster en Andy Surleraux

Dank je wel Virginia voor de Italiaanse titels…

Ook interessant

Nieuwe Limburg Vakantiegids 2017 vanaf vandaag gratis af te halen

11/02/2017

11/02/2017

In meer dan 3.000 krantenwinkels doorheen Vlaanderen kan je vanaf vandaag de derde editie van de Limburg Vakantiegids bemachtigen. Hij...

Survival Gear

07/06/2013

07/06/2013

<p>This weekend I'm traveling on the bare necessities. What's in the bag?  </p>

Traveling with Multitools

30/03/2015

30/03/2015 1

<p>Yeah, you can't take that  that fancy Leatherman on a plane. Now what?!</p>

The Art Of Elimination

17/06/2015

17/06/2015

When flying a low-fares airline such as Ryanair, it’s important to travel as light as possible. Each extra pound can...

Flying with electronics

12/10/2015

12/10/2015

When our resident Video Genius Timo asked me for tips flying to Sweden on assignment, I figured, why not make...

The connected traveler

19/02/2015

19/02/2015 1

<p>I don't need no stinkin' guide books. I'm a connected traveler. </p>

MOBIB in Belgium

02/09/2014

02/09/2014

<p>Is Belgium ready for a revolution in public transport? We hope so, because it's here with MOBIB.</p>

Ibiza, the island of …

01/11/2015

01/11/2015

There are moments in life where I ask myself, how did I ever end up here? Last Tuesday, I’ve had...

Munchieboxes and the Glasgow Effect

11/10/2016

11/10/2016

Each city has its own culinary specialties. Be it Neapolitan Pizza, New York Hotdogs or Philly Cheesesteak. But Glasgow has it’s own...

The Everyday Messenger

25/07/2015

25/07/2015

As any photographer can attest, no matter how good each camera bag is, there always is something that we feel...

London Underground Typeface turns 100

15/06/2016

15/06/2016

It might be one of the most iconic and beloved fonts out there: Johnston. Since its creation in 1916 it...

Disneyland Paris maakt zich klaar voor 25ste verjaardag

17/10/2016

17/10/2016

De fans zaten er al eventjes op te wachten, maar vandaag maakte Disney de details bekend van de 25ste verjaardag...

EDC: Kris’ Everyday Carry

01/10/2015

01/10/2015

EDC, the every day carry. If you don’t know this, it’s where people tell other people what they’re always carrying....

Zes food tips voor een citytrip in Amsterdam

13/01/2017

13/01/2017

De Dam, de Wallen, het Anne Frank Huis, het Rijksmuseum… Wie kent de belangrijkste bezienswaardigheden van Amsterdam niet. Helaas maken...

The cold never bothered me anyway

25/02/2015

25/02/2015

<p>Despite the weather, I never felt cold in Scotland .. all thanks to a decent preparation and the correct gear. Here's what I wore.</p>

Reageer
Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.