Bestaat er zoiets als een tijdmachine? Sinds vanmorgen durf ik denken van wel: na enkele CST-controles, mondmaskers en aanverwanten leek het alsof ik plots in een ander tijdperk terecht kwam. Toen de zaallichten doofden, waande ik mij namelijk opeens in het New Yorkse Upper West Side van eind jaren 1950. Er werd met vingers geknipt, gezongen en gedanst. Ik werd volledig verzwolgen door Steven Spielberg’s nieuwe versie van ‘West Side Story‘.
Deze ‘remake’ (om dat vieze woord dan maar te gebruiken) is tegelijk een masterpiece als musical-verfilming en een masterclass in het recreëren van de sfeer van de jaren ’60. De haarscherpe digitale projectie in een cleane filmzaal – in plaats van vuile, uitgebrande pellicule die doorheen een projector ratelt in een kleine stadscinema – is zowat de enige niet-authentieke noot. Voor de rest voelt, ziet en hoort alles alsof Spielberg deze film al in de 60ies heeft gedraaid en tot vandaag heeft gewacht om ermee naar buiten te komen. Cinematograaf Janusz Kaminski goochtelt met licht en kleuren als een grootmeester. Kaminski is tussen haakjes nog zo’n vast meubelstuk van het Spielberg-team, net zoals playwright en screenwriter Tony Kushner.
And don’t even get us started about the music …
“Maria! I just met a girl named Maria…“
Is dat genoeg om de melodie in je oor te wurmen? ‘West Side Story‘ staat vol met gekende nummers die ondertussen diep verweven zitten in het DNA van de popcultuur.
Wat deze film misschien nog een tikkeltje emotioneler maakt voor een musical-liefhebber is het recente overlijden van de legendarische componist en tekstschrijver Stephen Sondheim. Die beperkte zijn rol namelijk niet gewoon tot “ik kom eens op set kijken of alles goed is”. Sondheim zocht samen met Kushner hoe ze het modernere script naar de klassieke musical konden brengen zonder aan de ziel van het origineel te raken. Verder woonde hij de muziekopnames bij én liep hij vaak rond op de set. Daar gaf hij zijn monogramgenoot Spielberg de nodige aanwijzingen en hulp om het gevoel volledig juist te krijgen.
Sondheim was de ultieme perfectionist, en dat is in het geval van ‘West Side Story‘ geen onbelangrijk detail. Behalve over ‘Sweeney Todd: The Demon Barber of Fleet Street‘ was hij nooit tevreden over de verfilmingen van zijn werken. Tot nu, want net voor zijn overlijden liet hij weten “that he loved it”.
Dat Spielberg eindelijk deze verfilming maakte, mag eigenlijk niemand verwonderen. Als elfjarige raakte hij verliefd op het cast album. Op zijn vijftiende kwam dan de originele film voor het eerst naar de bioscopen. De vraag is dus: bestaat er een perfectere leeftijd dan 15 om onder de indruk te geraken van de beste musicalfilm die ooit werd gemaakt?
Maar terug naar de nieuwe film. Het verhaal speelt zich weliswaar meer dan zestig jaar geleden af, maar toch zijn de parallellen naar het heden niet ver te zoeken. Denk aan buurten die nog altijd ijverig plaats maken voor dure woonplekken, of aan gemarginaliseerde gemeenschappen die met hulp van ‘the establishment‘ nog verder weg gedreven worden. Om die spiegel voor te houden koos Spielberg er voor om sommige stukken van de film in het Spaans te brengen, zonder ondertitels. Maar zelfs met een heel beperkte kennis van Spaans (‘vamos‘ en ‘buenas noches‘, zoiets) blijft de boodschap duidelijk. Nu, als de film in onze zalen komt, dan zullen die Spaanse zinnen, net zoals het Engels ongetwijfeld ook wel ondertiteld worden.
Verder neemt Spielberg op zijn eigen manier die ene ‘remake’- traditie over, waarbij de originele acteurs bepaalde senior rollen spelen. Toch voelt dat in deze ‘West Side Story’ niet aan als een gimmick, maar gewoon als een extra bonus voor de sowieso al enorm sterke cast die het beste van zichzelf geeft.
The leading couple krijgt daarbij een vette shoutout: ‘Maria’ (indrukwekkende debuutrol van Rachel Zegler) en ‘Tony’ (Ansel Elgort). De chemie tussen die twee spat zó fel van het scherm, dat Kinepolis er probleemloos een 4DX-toeslag voor zou kunnen vragen.
Verder valt het heel erg op dat bijna de volledige cast bestaat uit relatief verse gezichten. De afwezigheid van gekende koppen zorgt ervoor dat je helemaal focust op en meegaat in het verhaal. (Iets dat we niet van bijvoorbeeld ‘Les Miserables‘ kunnen zeggen. Wie kan de kreunende Russel Crowe vergeten? We zijn het nog altijd aan het proberen.) We geven alvast wel een verwittiging mee voor de toekomst: deze jonge cast is ‘young, scrappy and hungry‘. Van hen ga je zonder twijfel nog horen.
‘West Side Story’ duurt twee uur en 36 minuten, maar blijft van begin tot einde boeien. Meer dan eens stelde ik vast dat mijn voeten wel heel ritmisch mee tikten. En ook op de terugweg naar het station was die ’tic’ nog niet helemaal verdwenen – of dat kleine danspasje… (KVdS)